BR 2013/96
Bij de planvergelijking in het kader van een beoordeling van een verzoek om planschadevergoeding dient in de oude planologische situatie rekening te worden gehouden met de mogelijkheden van een nog uit te werken bestemming, en in het bijzonder met hetgeen ten tijde van de inwerkingtreding van de nieuwe planologische situatie naar redelijke verwachting de invulling van die uit te werken bestemming zou zijn geweest.
ABRvS 17-04-2013, ECLI:NL:RVS:2013:BZ7707, m.nt. I.P.A. van Heijst
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
17 april 2013
- Magistraten
Mrs. C.H.M. van Altena, N.S.J. Koeman en G. Snijders
- Zaaknummer
201205035/1/T1/A2.
- Noot
I.P.A. van Heijst
- LJN
BZ7707
- JCDI
JCDI:ADS914384:1
- Vakgebied(en)
Bouwrecht (V)
Ruimtelijk bestuursrecht / Tegemoetkoming in schade (planschade)
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2013:BZ7707, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 17‑04‑2013
- Wetingang
(art. 6.1 Wro)
Essentie
Bij de planvergelijking in het kader van een beoordeling van een verzoek om planschadevergoeding dient in de oude planologische situatie rekening te worden gehouden met de mogelijkheden van een nog uit te werken bestemming, en in het bijzonder met hetgeen ten tijde van de inwerkingtreding van de nieuwe planologische situatie naar redelijke verwachting de invulling van die uit te werken bestemming zou zijn geweest.
Samenvatting
De Afdeling ziet zich voor de vraag gesteld of en zo ja in hoeverre de mogelijkheden van een nog uit te werken bestemming in de oude planologische situatie bij een planvergelijking mogen worden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.