Einde inhoudsopgave
Postregeling 2009
Artikel 6
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2009
- Redactionele toelichting
Deze regeling treedt tegelijk in werking met de Postwet 2009 (25-03-2009, Stb. 155).
- Bronpublicatie:
22-03-2009, Stcrt. 2009, 61 (uitgifte: 30-03-2009, regelingnummer: WJZ/9055290)
- Inwerkingtreding
01-04-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-03-2009, Stb. 2009, 156 (uitgifte: 01-01-2009, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Telecommunicatie
1.
De vorm en de kleur van de brievenbussen is zodanig, dat verwarring met voor het publiek bestemde brievenbussen van een verlener van de universele postdienstverlener niet mogelijk is.
2.
De brievengleuf is horizontaal in een verticaal vlak of in het bovenvlak van de brievenbus aangebracht en bevindt zich op 1,1 meter of in ieder geval niet lager dan 0,6 meter of hoger dan 1,8 meter boven het niveau, waarop de brievenbus wordt bediend.
3.
De afmetingen van de vrije inwerpopening bedragen in de lengte ten minste 265 mm te en[lees: en] in de breedte 32 mm.
4.
De inwerpopening is zo uitgevoerd, dat het bedienen van de brievenbus zonder gevaar voor verwondingen kan geschieden.
5.
Indien zich achter de inwerpgleuf een ruimte bevindt, bestemd voor de bewaring van poststukken, dan is de inwendig bruikbare breedte ten minste 270 mm en zijn de twee andere inwendige bruikbare afmetingen ten minste 150 en 380 mm.