De dwangsom in het burgerlijk recht
Einde inhoudsopgave
De dwangsom in het burgerlijk recht (BPP nr. V) 2006/23.2.2.1:23.2.2.1 Argumenten op basis van art. 6:142 BW
De dwangsom in het burgerlijk recht (BPP nr. V) 2006/23.2.2.1
23.2.2.1 Argumenten op basis van art. 6:142 BW
Documentgegevens:
Mr. M.B. Beekhoven van den Boezem, datum 19-12-2006
- Datum
19-12-2006
- Auteur
Mr. M.B. Beekhoven van den Boezem
- JCDI
JCDI:ADS379163:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Gezien haar onzelfstandige karakter is ten aanzien van de toekomstige dwangsom-vordering daarentegen wel nader onderzoek geïndiceerd met betrekking tot de vraag in hoeverre de toekomstige dwangsomvordering het lot van de hoofdvordering deelt. In dit verband moet worden onderzocht of, wellicht analoog aan art. 6:142 BW, het recht op nog te verbeuren dwangsommen toekomt aan de beslaglegger respectievelijk pandhouder wanneer de hoofdvordering is beslagen of verpand en tot uitwinning van de hoofdvordering wordt overgegaan.