Besluit meetinstrumenten en marktdeelnemers
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 20-04-2016
- Bronpublicatie:
14-04-2016, Stb. 2016, 140 (uitgifte: 19-04-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
20-04-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-04-2016, Stb. 2016, 140 (uitgifte: 19-04-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Ondernemingsrecht / Europees ondernemingsrecht
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
Besluit van 14 april 2016, houdende regels omtrent de eisen waaraan meetinstrumenten moeten voldoen voordat zij in de handel worden gebracht, in gebruik worden genomen of worden gebruikt, alsmede omtrent conformiteitsbeoordelingen van meetinstrumenten en verplichtingen van marktdeelnemers en tot wijziging van het Meeteenhedenbesluit 2006
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken van 29 januari 2016, nr. WJZ / 16006109;
Gelet op richtlijn 2014/31/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van niet-automatische weegwerktuigen (PbEU L 96), richtlijn 2014/32/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van meetinstrumenten (PbEU L 96), richtlijn 2009/34/EG van het Europees Parlement en de Europese Unie van 23 april 2009 betreffende voor meetmiddelen en metrologische controlemethoden geldende algemene bepalingen, richtlijn 75/107/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 19 december 1974 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgeving der Lid-Staten inzake flessen gebruikt als tapmaat (PbEG L 96) en de artikelen 5, 9, 26 en 36 van de Metrologiewet, artikel 3, eerste lid, van de Wet op de medische hulpmiddelen, en artikel 66, eerste lid, van de Geneesmiddelenwet;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 9 maart 2016, nr. W15.16.0021/IV);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Economische Zaken van 11 april 2016, nr. WJZ / 16042206;
Hebben goedgevonden en verstaan: