Einde inhoudsopgave
Regeling veilig gebruik luchthavens en andere terreinen
Artikel 2
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2024
- Bronpublicatie:
04-06-2024, Stcrt. 2024, 17944 (uitgifte: 07-06-2024, regelingnummer: IENW/BSK-2024/142367)
- Inwerkingtreding
01-07-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-06-2024, Stcrt. 2024, 17944 (uitgifte: 07-06-2024, regelingnummer: IENW/BSK-2024/142367)
- Vakgebied(en)
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Vervoersrecht / Luchtvervoer
1.
Dit hoofdstuk is, indien de betreffende luchthaven niet is gecertificeerd als bedoeld in artikel 6 van Verordening (EU) Nr. 139/2014, van toepassing op:
- a.
burgerluchthavens die gebruikt worden door vliegtuigen en waarvoor een luchthavenbesluit is vastgesteld;
- b.
burgerluchthavens die gebruikt worden door vliegtuigen met een maximaal startgewicht van meer dan 890 kg en waarvoor een luchthavenregeling is vastgesteld;
- c.
helikopterluchthavens:
- 1°
waarvoor een luchthavenbesluit is vastgesteld;
- 2°
die verbonden zijn met een ziekenhuis;
- 3°
die verhoogd zijn aangelegd, of
- 4°
die gelegen zijn buiten provinciegrenzen zoals bepaald bij of krachtens de Provinciewet;
- d.
de volgende luchthavens die gebruikt worden door vliegtuigen: Ameland, Breda, Budel, Drachten, Hilversum, Hoogeveen, Lelystad, Midden-Zeeland, Oostwold, Teuge, Texel en Twente;
- e.
de volgende helikopterluchthavens: Amsterdam (Amsterdam Heliport), Eemshaven (Eemshaven Heliport), Emmercompascuum (Heli Holland BV), Rotterdam Maasvlakte (ten behoeve van het loodswezen) en Zierikzee (Prince Helicopters).
2.
In afwijking van het eerste lid, aanhef, zijn de artikelen 12, 14, 14a en 14b van toepassing op alle luchthavens die onder één of meer van de onderdelen van het eerste lid vallen.