CRvB, 07-06-2012, nr. 11-6380 WWB-V
ECLI:NL:CRVB:2012:BW7762
- Instantie
Centrale Raad van Beroep
- Datum
07-06-2012
- Zaaknummer
11-6380 WWB-V
- LJN
BW7762
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid bijstand (V)
Bestuursrecht algemeen (V)
Sociale zekerheid algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:CRVB:2012:BW7762, Uitspraak, Centrale Raad van Beroep, 07‑06‑2012; (Verzet)
- Wetingang
art. 6:9 Algemene wet bestuursrecht
- Vindplaatsen
JB 2012/191
Uitspraak 07‑06‑2012
Inhoudsindicatie
Verzet gegrond. De gebleken feiten en omstandigheden van dit geval laten de mogelijkheid open dat het hogerberoepschrift bij faxbericht van 25 oktober 2011, 20.18 uur, is ingediend met gebruikmaking van een faxnummer van de Raad dat niet een van de faxnummers van de griffie van de Raad is. Het in artikel 6, lid 1, EVRM verankerde recht op toegang tot de rechter vergt dat de rechtzoekende in een dergelijke situatie het voordeel van de twijfel krijgt.
Partij(en)
11/6380 WWB-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in artikel 8:55, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam 30 augustus 2011, 11/3185 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellant] te [woonplaats] (appellant)
het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam
Datum uitspraak 7 juni 2012.
PROCESVERLOOP
Bij uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet van 27 maart 2012 heeft de Raad het door appellant tegen de aangevallen uitspraak ingestelde hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard.
Tegen de uitspraak van de Raad van 27 maart 2012 heeft mr. S. van Andel, advocaat, verzet gedaan.
OVERWEGINGEN
De uitspraak van de Raad van 27 maart 2012 berust op de overwegingen dat het hogerberoepschrift niet tijdig is ingediend, en dat redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat appellant niet in verzuim is geweest.
Gelet op hetgeen de gemachtigde van appellant in het verzetschrift heeft aangevoerd, is de Raad van oordeel dat de gebleken feiten en omstandigheden van dit geval de mogelijkheid openlaten dat het hogerberoepschrift bij faxbericht van 25 oktober 2011, 20.18 uur, is ingediend met gebruikmaking van een faxnummer van de Raad dat niet een van de faxnummers van de griffie van de Raad is. De door de gemachtigde van appellant bij het verzetschrift gevoegde stukken, die ten tijde van de uitspraak van 27 maart 2012 bij de Raad niet bekend waren, zijn daarvoor doorslaggevend. Het in artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden verankerde recht op toegang tot de rechter vergt dat de rechtzoekende in een dergelijke situatie het voordeel van de twijfel krijgt.
Dit betekent dat het verzet gegrond wordt verklaard, de uitspraak van de Raad van 27 maart 2012 vervalt en het onderzoek wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond.
Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet ziet de Raad in dit geval geen aanleiding.
BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet gegrond.
Deze uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van D.W.M. Kaldenhoven als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 7 juni 2012.
(get.) T.G.M. Simons.
(get.) D.W.M. Kaldenhoven.
GdJ