NJB 2018/1767:Franchising. Omzetprognose. Een supermarkt wordt op franchisebasis geëxploiteerd als C1000-winkel. De franchisenemer treedt in onderhandeling met Albert Heijn. In dat verband verstrekt Albert Heijn een omzetprognose aan de exploitant. De onderhandelingen leiden tot een franchise-overeenkomst. De omzet van de supermarkt als Albert Heijn-winkel blijkt achter te blijven bij de prognose. Volgens de franchisenemer is de prognose ondeugdelijk, omdat de invloed van lokale omstandigheden er niet in is verdisconteerd. Hoge Raad: 1. Europese Erecode inzake Franchising. De in de Europese Erecode inzake Franchising neergelegde afspraken over informatieverschaffing door franchisegevers aan franchisenemers kunnen niet zonder meer worden aangemerkt als in Nederland levende rechtsovertuigingen. 2. Motivering. De franchisenemer heeft gesteld dat de invloed van lokale omstandigheden niet is verdisconteerd in de omzetprognose. Het hof heeft die stelling verworpen. Dat oordeel is voldoende gemotiveerd en niet onbegrijpelijk. 3. Gerechtelijke erkentenis. Gedekt verweer. De ter comparitie in eerste aanleg gedane uitlatingen van gedaagde zijn naar het kennelijke oordeel van het hof niet van dien aard dat het verweer ondubbelzinnig is prijsgegeven. Dat oordeel geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is geenszins onbegrijpelijk