Einde inhoudsopgave
Kadasterwet
Artikel 9 [Beschikbaarheid voor raadpleging binnen redelijke termijn]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2008
- Bronpublicatie:
05-03-2007, Stb. 2007, 105 (uitgifte: 22-03-2007, kamerstukken: 30544)
- Inwerkingtreding
01-01-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-12-2007, Stb. 2007, 499 (uitgifte: 01-01-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Algemeen
Goederenrecht / Algemeen
Vermogensrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Algemeen
1.
Het bestuur van de Dienst draagt zorg dat de openbare registers zodanig duurzaam worden bewaard dat de inhoud ervan naar de eisen van openbaarheid binnen redelijke termijn voor raadpleging beschikbaar is.
2.
De inhoud van de openbare registers kan worden gehouden op papieren, elektronische of andere gegevensdragers.
3.
Het bestuur van de Dienst kan ten aanzien van door hem aan te wijzen openbare registers of gedeelten ervan, de inhoud overbrengen op andere gegevensdragers van dezelfde of een andere soort, mits de overbrenging geschiedt met juiste en volledige weergave van alle desbetreffende gegevens, ter waarborging waarvan het bestuur van de Dienst passende maatregelen ten uitvoer legt. Het bestuur van de Dienst kan bepalen dat meer dan een duplicaat van dezelfde of een andere soort als bedoeld in de eerste zin wordt vervaardigd. Het bestuur van de Dienst draagt in elk geval zorg dat van de openbare registers zo spoedig mogelijk ten minste een duplicaat in dubbel aanwezig is, waarbij artikel 3d, eerste lid, tweede zin, van overeenkomstige toepassing is.
4.
Het bestuur van de Dienst kan bepalen dat een ingevolge het derde lid vervaardigd duplicaat de inhoud vervangt van de openbare registers of gedeelten ervan waarvan dat duplicaat een afschrift is.
5.
De duplicaten, bedoeld in het derde en vierde lid, hebben dezelfde bewijskracht als de inhoud van de registers die is geplaatst op de oorspronkelijke gegevensdragers onderscheidenlijk als de oorspronkelijke inhoud van de registers.
6.
Van elke vervaardiging van een duplicaat en vervanging als bedoeld in het derde onderscheidenlijk vierde lid wordt een verklaring opgemaakt, die ten minste een specificatie bevat van de desbetreffende vervaardiging onderscheidenlijk vervanging, en aangeeft op grond waarvan zij is geschied. Het bestuur van de Dienst stelt de vorm van de verklaring vast, en wanneer en door wie zij wordt opgemaakt en ondertekend.
7.
Het bestuur van de Dienst stelt met inachtneming van het eerste tot en met zesde lid nadere regels omtrent de wijze waarop de openbare registers worden gehouden. Daarbij wordt in elk geval geregeld de wijze waarop voor gebruik niet langer geschikte of beschikbare duplicaten als bedoeld in het derde lid worden vervangen door nieuwe duplicaten.