RN 2017/24
Erfbelasting. Volgt uit art. 66 lid 3 SW een in de tijd onbeperkte navorderingsbevoegdheid?
Hof Amsterdam 03-01-2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:27
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
3 januari 2017
- Magistraten
Mrs. W.E.M. van Nispen tot Sevenaer, E.A.G. van der Ouderaa, H.E. Kostense
- Zaaknummer
15/00596
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS925452:1
- Vakgebied(en)
Schenk- en erfbelasting / Algemeen
Schenk- en erfbelasting / Erfbelasting
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHAMS:2017:27, Uitspraak, Hof Amsterdam, 03‑01‑2017
- Wetingang
Essentie
Erfbelasting.
Volgt uit art. 66 lid 3 SW een in de tijd onbeperkte navorderingsbevoegdheid?
Samenvatting
Op 21 september 1981 is erflater overleden. Op 30 december 2011 hebben de erfgenamen aan de Belastingdienst meegedeeld dat erflater ten tijde van zijn overlijden beschikte over buitenlands vermogen. In de aangifte successierecht, die destijds is ingediend op 9 juli 1982, is geen melding gemaakt van dit buitenlands vermogen. Bij brief van 5 december 2012 heeft de inspecteur inkomstenbelasting meegedeeld dat de afdeling erf- en schenkbelasting van de Belastingdienst een afzonderlijke navorderingsaanslag voor het successierecht zal opleggen. In geschil is of ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.