WR 2021/146
290-bedrijfsruimte: exploitatie benzinestation; nadere overeenkomst; wijziging rechtsverhouding; voortzetting; benzinewet van toepassing; einde overeenkomst zonder opzegging; art. 81 RO
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
24 september 2021
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, C.E. du Perron, A.E.B. ter Heide, S.J. Schaafsma, F.R. Salomons
- Zaaknummer
20/01513
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Huurrecht / Algemeen
Huurrecht / Huur van bedrijfsruimte
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1341, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 24‑09‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:214, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑03‑2021
- Wetingang
Art. 6:215, 7:290 BW; art. 16 benzinewet
Essentie
290-bedrijfsruimte: exploitatie benzinestation; nadere overeenkomst; wijziging rechtsverhouding; voortzetting; benzinewet van toepassing; einde overeenkomst zonder opzegging; art. 81 RO
Samenvatting
Toepassing van de Wet tot veiling van bepaalde verkooppunten van motorbrandstoffen, de benzinewet. In het kader van het overgangsregime van de wet is in 2007 tussen partijen een overeenkomst gesloten in de zin van art. 11 lid 1 benzinewet. Art. 16 lid 5 benzinewet bracht mee dat die overeenkomst van rechtswege op 31 december 2017 zou eindigen, waarbij de andersluidende regels voor 290-bedrijfsruimtehuur buiten toepassing blijven. In 2014 hebben partijen hun rechtsverhouding deels gewijzigd vormgegeven in ...