Einde inhoudsopgave
Wet bronbelasting 2021
Artikel 3.4a Heffingsgrondslag dividenden
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
20-12-2023, Stb. 2023, 498 (uitgifte: 27-12-2023, kamerstukken: 36342)
04-11-2021, Stb. 2021, 543 (uitgifte: 11-11-2021, kamerstukken: 35779)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2023, Stb. 2023, 498 (uitgifte: 27-12-2023, kamerstukken: 36342)
04-11-2021, Stb. 2021, 543 (uitgifte: 11-11-2021, kamerstukken: 35779)
- Vakgebied(en)
Bronbelasting (V)
1.
De voordelen in de vorm van dividenden zijn de voordelen uit hoofde van de gerechtigdheid – rechtstreeks of door middel van certificaten – tot de opbrengst van aandelen in, winstbewijzen van, kapitaalverstrekkingen als bedoeld in artikel 10, eerste lid, onderdeel c, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 aan en geldleningen als bedoeld in artikel 10, eerste lid, onderdeel d, van die wet aan een in Nederland gevestigde aan de voordeelgerechtigde gelieerde inhoudingsplichtige als bedoeld in artikel 1.2, eerste lid, onderdeel c, onder 1°, 3°, 4° of 6°.
2.
Tot de voordelen, bedoeld in het eerste lid, behoren:
- a.
onmiddellijke of middellijke uitdelingen van winst, onder welke naam of in welke vorm ook gedaan daaronder begrepen hetgeen ter gelegenheid van inkoop van aandelen, anders dan ter tijdelijke belegging, wordt uitgekeerd boven het gemiddeld op de desbetreffende aandelen gestorte kapitaal;
- b.
hetgeen bij liquidatie op aandelen wordt uitgekeerd boven het gemiddeld op de desbetreffende aandelen gestorte kapitaal;
- c.
de nominale waarde van aandelen uitgereikt aan aandeelhouders, voor zover niet blijkt dat storting heeft plaatsgevonden of zal plaatsvinden, met dien verstande dat bijschrijving op aandelen wordt gelijkgesteld met uitreiking van aandelen;
- d.
gedeeltelijke teruggaaf van hetgeen op aandelen is gestort, voor zover er zuivere winst is, tenzij tevoren de algemene vergadering van aandeelhouders tot deze teruggaaf heeft besloten en de nominale waarde van de desbetreffende geplaatste aandelen bij statutenwijziging met een gelijk bedrag is verminderd;
- e.
hetgeen wordt uitgekeerd op winstbewijzen, daaronder begrepen hetgeen wordt genoten ter gelegenheid van afkoop of inkoop daarvan;
- f.
vergoedingen voor kapitaalverstrekkingen als bedoeld in artikel 10, eerste lid, onderdeel c, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en vergoedingen op geldleningen als bedoeld in artikel 10, eerste lid, onderdeel d, van die wet;
- g.
gehele of gedeeltelijke teruggaaf van hetgeen op bewijzen van deelgerechtigdheid in een fonds voor gemene rekening is gestort, voor zover het vermogen van het fonds uitgaat boven hetgeen op de in omloop zijnde bewijzen van deelgerechtigdheid is gestort;
- h.
het bedrag dat als storting wordt toegerekend aan elk van de bewijzen van deelgerechtigdheid in een fonds voor gemene rekening voor zover winsten van dat fonds worden bestemd om te gelden als storting op aan deelgerechtigden uit te geven of reeds uitgegeven bewijzen van deelgerechtigdheid;
- i.
renten op inleggelden en, in het algemeen, alle vergoedingen voor kapitaalverstrekkingen aan een coöperatie of een vereniging op coöperatieve grondslag door leden als zodanig, met uitzondering van de gehele of gedeeltelijke teruggaaf van inleggelden.