Protocol van 2005 bij het verdrag tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen gericht tegen de veiligheid van de zeevaart
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 28-07-2010
- Bronpublicatie:
14-10-2005, Trb. 2006, 223 (uitgifte: 30-10-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
28-07-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-08-2011, Trb. 2011, 128 (uitgifte: 17-08-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Internationaal strafrecht / Bijzondere onderwerpen
Vervoersrecht / Zeevervoer
Protocol van 14 oktober 2005
Preambule
De Staten-Partijen bij dit Protocol,
Als partijen bij het Verdrag tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen gericht tegen de veiligheid van de zeevaart, gedaan te Rome op 10 maart 1988,
Erkennend dat daden van terrorisme de internationale vrede en veiligheid bedreigen,
Indachtig resolutie A.924(22) van de Algemene Vergadering van de Internationale Maritieme Organisatie waarin verzocht wordt om herziening van de bestaande juridische en technische maatregelen en nieuwe maatregelen ter overweging worden gepresenteerd teneinde terroristische daden tegen schepen te bestrijden en de veiligheid aan boord en aan de wal te verbeteren, waarbij het gevaar voor passagiers, bemanningen en havenpersoneel aan boord van schepen en in havengebieden alsmede voor schepen en hun vracht wordt gereduceerd,
Indachtig de Verklaring inzake maatregelen tot uitbanning van internationaal terrorisme als bijlage bij resolutie 49/60 van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties van 9 december 1994 waarin onder andere de lidstaten van de Verenigde Naties opnieuw plechtig hun ondubbelzinnige veroordeling bevestigen van alle terroristische daden, methoden en praktijken als misdadig en onverdedigbaar, ongeacht waar en door wie zij zijn begaan, met inbegrip van die welke de vriendschappelijke betrekkingen tussen Staten en volkeren schaden en de territoriale integriteit en veiligheid van Staten bedreigen,
Gelet op resolutie 51/210 van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties van 17 december 1996 en de aanvullende verklaring bij de Verklaring van 1994 inzake Maatregelen tot uitbanning van internationaal terrorisme in de bijlage,
Herinnerend aan resoluties 1368 (2001) en 1373 (2001) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, waaruit de internationale wil blijkt terrorisme in al zijn verschijningsvormen en manifestaties te bestrijden en waarin taken en verantwoordelijkheden aan Staten worden toegewezen en rekening wordt gehouden met de voortdurende dreiging van terroristische aanvallen,
Tevens herinnerend aan resolutie 1540 (2004) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties waarin de dringende noodzaak wordt erkend dat alle Staten doeltreffende aanvullende maatregelen treffen om de verspreiding van biologische, chemische of kernwapens en hun overbrengingsinrichtingen te voorkomen,
Voorts herinnerend aan het Verdrag inzake strafbare feiten en bepaalde andere handelingen begaan aan boord van luchtvaartuigen, gedaan te Tokio op 14 september 1963, het Verdrag tot bestrijding van het wederrechtelijk in zijn macht brengen van luchtvaartuigen, gedaan te 's-Gravenhage op 16 december 1970, het Verdrag tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen gericht tegen de veiligheid van de burgerluchtvaart, gedaan te Montreal op 23 september 1971, het Verdrag inzake de voorkoming en bestraffing van misdrijven tegen internationaal beschermde personen, met inbegrip van diplomaten, door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties aangenomen op 14 december 1973, het Internationaal Verdrag tegen het nemen van gijzelaars, door de Algemene Vergadering van de Veiligheidsraad aangenomen op 17 december 1979, het Verdrag inzake de fysieke beveiliging van kernmateriaal, te Wenen aangenomen op 26 oktober 1979 en de wijzigingen daarvan, aangenomen op 8 juli 2005, het Protocol tot bestrijding van wederrechtelijke daden van geweld op luchthavens voor de internationale burgerluchtvaart bij het Verdrag tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen gericht tegen de veiligheid van de burgerluchtvaart, gedaan te Montreal op 24 februari 1988, het Protocol tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen gericht tegen de veiligheid van vaste platforms op het continentale plat, gedaan te Rome op 10 maart 1988, het Verdrag inzake het merken van kneedbare explosieven ten behoeve van de opsporing ervan, gedaan te Montreal op 1 maart 1991, het Internationaal Verdrag inzake de bestrijding van terroristische bomaanslagen, door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties aangenomen op 15 december 1997, het Internationaal Verdrag ter bestrijding van de financiering van terrorisme, door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties aangenomen op 9 december 1999, en het Internationaal Verdrag ter bestrijding van daden van nucleair terrorisme, door de Algemene Vergadering van de Veiligheidsraad aangenomen op 13 april 2005,
Indachtig het belang van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee, gedaan te Montego Bay op 10 december 1982, en van het internationaal gewoonterecht van de zee,
Gelet op resolutie 59/46 van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties waarin opnieuw bevestigd is dat internationale samenwerking alsmede maatregelen van Staten ter bestrijding van terrorisme moeten worden uitgevoerd in overeenstemming met de grondbeginselen van het Handvest van de Verenigde Naties, het internationaal recht en de relevante internationale verdragen alsmede met resolutie 59/24 van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties waarin Staten worden opgeroepen partij te worden bij het Verdrag tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen gericht tegen de veiligheid van de zeevaart en het Protocol daarbij, Staten worden uitgenodigd deel te nemen aan de herziening van die instrumenten door de Juridische Commissie van de Internationale Maritieme Organisatie teneinde de middelen voor het bestrijden van dergelijke wederrechtelijke gedragingen, daaronder begrepen terroristische handelingen, te versterken en Staten tevens opgeroepen worden passende maatregelen te treffen teneinde de daadwerkelijke implementatie van die instrumenten te waarborgen, in het bijzonder wanneer van toepassing door het aannemen van wetgeving, teneinde te waarborgen dat er een deugdelijk kader is voor reacties op incidenten van gewapende overvallen en terroristische handelingen op zee,
Tevens gelet op het belang van de wijzigingen van het Internationaal Verdrag voor de beveiliging van mensenlevens op zee, 1974, en de Internationale code inzake de beveiliging van schepen en havenvoorzieningen (ISPS-code), beide aangenomen door de conferentie van 2002 van verdragsluitende regeringen bij dat verdrag, bij het instellen van een passend internationaal technisch kader dat voorziet in samenwerking tussen regeringen en overheidsinstellingen, nationale en lokale administraties en de scheepvaart- en havenindustrie teneinde bedreigingen voor de veiligheid te ontdekken en preventieve maatregelen te treffen tegen veiligheidsincidenten die schepen of havenvoorzieningen treffen die betrokken zijn bij de internationale handel,
Voorts gelet op resolutie 58/187 van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, waarin opnieuw bevestigd is dat Staten moeten waarborgen dat elke maatregel ter bestrijding van terrorisme beantwoordt aan hun verplichtingen uit hoofde van het internationaal recht, in het bijzonder aan de internationale rechten van de mens, het vluchtelingenrecht en het humanitaire recht,
Ervan overtuigd dat het noodzakelijk is bepalingen aan te nemen die het Verdrag aanvullen teneinde nieuw terroristisch geweld gericht tegen de veiligheid van de internationale zeevaart te onderdrukken en de doeltreffendheid ervan te verbeteren,
Zijn het volgende overeengekomen:
Verdragpartijgroep