V-N 2018/2.22
Hof van Justitie EU geeft nadere uitleg over verjaringstermijnen bij ernstige btw-fraude
HvJ EU 05-12-2017, ECLI:EU:C:2017:936, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
5 december 2017
- Magistraten
Lenaerts, Tizzano, Bay Larsen, Von Danwitz, Da Cruz Vilaça, Fernlund, Vajda, Borg Barthet, Bonichot, Arabadjiev, Safjan, Biltgen, Jürimäe, Vilaras, Regan
- Zaaknummer
C-42/17
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS927987:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Algemeen
Europees belastingrecht / Belastingen EU
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2017:936, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 05‑12‑2017
- Wetingang
art. 325 VWEU
Essentie
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de Italiaanse rechter, in een strafrechtelijke btw-procedure, bepalingen over verjaring die deel uitmaken van het nationale materiële recht, onder voorwaarden, buiten toepassing moet laten.
Samenvatting
Het Hof van Justitie EU heeft in het Taricco-arrest (8 september 2015, nr. C-105/14, V-N 2015/45.15) geoordeeld dat bepalingen uit het Italiaanse strafrecht afbreuk kunnen doen aan de krachtens art. 325 leden 1 en 2 VWEU op de lidstaten rustende verplichtingen. In die zaak speelde onder meer dat een stuitingshandeling in het kader van de strafrechtelijke vervolging van ernstige ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.