Einde inhoudsopgave
Het voorlopig getuigenverhoor (BPP nr. XVII) 2015/6
6 Getuigenverklaringen zijn een belangrijke bron van informatie
Mr. E.F. Groot, datum 01-01-2015
- Datum
01-01-2015
- Auteur
Mr. E.F. Groot
- JCDI
JCDI:ADS452187:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Voetnoten
Voetnoten
Klaassen 2012, p. 81; Asser Procesrecht/Asser 3 2013/167.
Van Boneval Faure 1897, p. 2; Asser Procesrecht/Asser 3 2013/167 en 244; De Bock 2011, p. 237- 240.
In Frankrijk wordt getuigenbewijs zelfs als ondergeschikt bewijsmiddel beschouwd (Asser Procesrecht/Asser 3 2013/253) en worden getuigen zelden door de rechter gehoord. Waarschijnlijk is dit ook de reden waarom de enquête in futurum zelden wordt bevolen (zie nr. 71).
Van Schaick 2009, p. 34; Wigboldus 2010, nr. 1-3; De Bock 2011, p. 257-258; Asser Procesrecht/ Asser 3 2013/251.
Van Schaick 2009, p. 34-35; Ahsmann 2010, nr. 4; De Bock 2011, p. 259.
Asser Procesrecht/Asser 3 2013/252.
Asser Procesrecht/Asser 3 2013/167. Zie over de inschatting van betrouwbaarheid van getuigenverklaringen: De Bock, p. 259-275. Onder het inmiddels vervallen art. 258 WvK kon een verzekeringsovereenkomst alleen door middel van een geschrift worden bewezen. In de nieuwe regeling van de verzekeringsovereenkomst in titel 7.17 BW is de beperking dat een dergelijke overeenkomst alleen door een geschrift kan worden bewezen, niet opgenomen. Naar de mening van de minister ging art. 258 WvK ten onrechte uit van de onbetrouwbaarheid van getuigenverklaringen, terwijl “de rechter goed in staat geacht moet worden om het bijgebrachte bewijs, en dus ook getuigenbewijs, te waarderen.” Kamerstukken II 1999-00, 19 529, nr. 5, p. 23 (NvW).
Getuigenverklaringen zijn, naast schriftelijke stukken en verklaringen van partijen, de belangrijkste bron van informatie in een civiele procedure.1 Veel feiten dienen (mede) te worden bewezen door getuigen. Ondanks deze onmisbaarheid van het getuigenbewijs dreigt de getuigenverklaring de verschoppeling van de bewijsmiddelen te worden.
Het getuigenverhoor is een onmisbare, vertrouwde en natuurlijke, maar ook voldoende betrouwbare informatiebron.2 Getuigenbewijs wordt echter vaak argwanend bekeken,3 omdat het menselijke geheugen niet feilloos is. Een getuigenverklaring geeft daaromniet altijd precies dewaargenomenwerkelijkheidweer; vervaagde feiten worden, zonder dat de getuige dit beseft, gereconstrueerd of aangevuld.4 Ook begrijpen getuigen de (strekking van) vragen niet altijd en nemen sommige getuigen het met de waarheid niet zo nauw.5 Het menselijk leven is volgens Asser echter onmogelijk als mensen niet kunnen vertrouwen op wat anderen vertellen. Het uitgangspunt moet daarom zijn: getuigenbewijs is betrouwbaar, tenzij.6 Bovendien moet de rechter alle tijdens een procedure overgelegde informatie beoordelen op betrouwbaarheid en geloofwaardigheid.7 Zo kan een getuige in zijn verklaring onbewust feiten aanvullen als zijn geheugen tekortschiet, maar kan ook de datum van een schriftelijk stuk zijn veranderd of bepaalde informatie in een stukmet type-ex zijn weggewerkt; de rechter moet ieder bewijsmiddel kritisch beoordelen.