Einde inhoudsopgave
Verdrag betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken
Artikel 63 [Nieuwe leden EEG. Toetredingsverdragen]
Geldend
Geldend vanaf 01-02-1973
- Bronpublicatie:
27-09-1968, Trb. 1969, 101 (uitgifte: 11-07-1969, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-02-1973
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-01-1973, Trb. 1973, 2 (uitgifte: 01-01-1973, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
1.
De verdragsluitende Staten erkennen dat elke Staat die lid wordt van de Europese Economische Gemeenschap verplicht zal zijn te aanvaarden dat dit verdrag de grondslag zal vormen bij de onderhandelingen welke noodzakelijk zijn om, in de betrekkingen tussen de verdragsluitende Staten en die Staat de uitvoering van artikel 220, laatste alinea, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap te verzekeren.
2.
Omtrent de noodzakelijke aanpassingen zal een bijzonder verdrag tussen de verdragsluitende Staten enerzijds en die Staat anderzijds kunnen worden gesloten.