Einde inhoudsopgave
Verdrag betreffende minimum-normen van sociale zekerheid
Artikel 63
Geldend
Geldend vanaf 27-04-1955
- Bronpublicatie:
28-06-1952, Trb. 1953, 69 (uitgifte: 04-09-1953, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
27-04-1955
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-03-1963, Trb. 1963, 37 (uitgifte: 01-03-1963, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
International Labour Organization
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationale sociale zekerheid / Bijzondere onderwerpen
1.
De in artikel 62 bedoelde uitkering moet tijdens het door verzekering gedekte geval ten minste worden gewaarborgd:
- a)
aan een beschermd persoon, wiens kostwinner overeenkomstig voorgeschreven regelen een wachttijd heeft vervuld, welke kan bestaan in 15 jaren van premiebetaling of van arbeid, hetzij in 10 jaren van verblijf;
- b)
wanneer in beginsel de vrouwen en de kinderen van alle werkende personen onder de regeling vallen, aan een beschermd persoon, wiens kostwinner een wachttijd heeft vervuld van 3 jaren van premiebetaling en te wiens name, in de loop van de actieve periode van zijn leven, premiën zijn betaald, waarvan het gemiddelde aantal per jaar een voorgeschreven aantal bereikt.
2.
Wanneer de toekenning van de in het eerste lid bedoelde uitkering afhankelijk is gesteld van de vervulling van een minimum-tijdvak van premiebetaling of van arbeid, moet ten minste een verminderde uitkering worden gewaarborgd:
- a)
aan een beschermd persoon, wiens kostwinner overeenkomstig voorgeschreven regeling een wachttijd heeft vervuld van 5 jaren van premiebetaling of van arbeid;
- b)
wanneer in beginsel de vrouwen en de kinderen van alle werkende personen onder de regeling vallen, aan een beschermd persoon, wiens kostwinner een wachttijd heeft vervuld van 3 jaren van premiebetaling en te wiens name, in de loop van de actieve periode van zijn leven, de helft van het voorgeschreven gemiddelde aantal per jaar is betaald, bedoeld in alinea b) van het eerste lid van dit artikel.
3.
Aan het bepaalde in het eerste lid van dit artikel wordt geacht te zijn voldaan, wanneer een uitkering, berekend overeenkomstig Deel XI, doch naar een percentage, hetwelk 10 eenheden minder bedraagt dan dat, hetwelk in de bij dat Deel gevoegde tabel is aangegeven voor de model-gerechtigde, ten minste gewaarborgd wordt aan ieder beschermd persoon, wiens kostwinner overeenkomstig voorgeschreven regelen 5 jaren van premiebetaling, van arbeid of van verblijf heeft vervuld.
4.
Een evenredige vermindering van het percentage, aangegeven in de bij Deel XI gevoegde tabel, kan worden toegepast, wanneer de wachttijd voor de met het verminderde percentage overeenkomende uitkering meer bedraagt dan 5 jaren van premiebetaling of van arbeid, doch minder dan 15 jaren van premiebetaling of van arbeid. Een verminderde uitkering zal worden toegekend overeenkomstig het tweede lid van dit artikel.
5.
Opdat een weduwe zonder kinderen, die niet in staat wordt geacht te voorzien in haar eigen behoeften, aanspraak kan doen gelden op een uitkering aan nagelaten betrekkingen, kan een minimumduur van het huwelijk voorgeschreven worden.