Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 508/2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006, (EG) nr. 791/2007 en (EU) nr. 1255/2011
Artikel29 Verbetering van het menselijk kapitaal, het scheppen van banen en de sociale dialoog
Geldend
Geldend vanaf 21-05-2014
- Bronpublicatie:
15-05-2014, PbEU 2014, L 149 (uitgifte: 20-05-2014, regelingnummer: 508/2014)
- Inwerkingtreding
21-05-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-05-2014, PbEU 2014, L 149 (uitgifte: 20-05-2014, regelingnummer: 508/2014)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Overheidsfinanciën / EU-financiën
1.
Om het menselijk kapitaal, het scheppen van banen en de sociale dialoog te verbeteren, kan uit het EFMZV steun worden verleend voor:
- a)
beroepsopleidingen, een leven lang leren, gezamenlijke projecten, de verspreiding van economische, technische, regelgevende of wetenschappelijke kennis en van innoverende praktijken, en de verwerving van nieuwe beroepsvaardigheden, in het bijzonder in verband met duurzaam beheer van mariene ecosystemen, hygiëne, gezondheid, veiligheid, activiteiten in de maritieme sector, innovatie en ondernemerschap;
- b)
netwerkvorming en uitwisseling van ervaringen en beste praktijken tussen belanghebbende partijen, onder meer organisaties ter bevordering van gelijke kansen voor mannen en vrouwen, ter bevordering van de rol van vrouwen in visserijgemeenschappen en ter bevordering van ondervertegenwoordigde groepen die werkzaam zijn in de kleinschalige kustvisserij of die te voet vissen;
- c)
sociale dialoog op uniaal, nationaal, regionaal of plaatselijk niveau tussen vissers, sociale partners en andere relevante belanghebbende partijen.
2.
De in lid 1 bedoelde steun mag ook worden verleend aan de echtgenoten of, mits en voor zover erkend in het nationale recht, levenspartners van zelfstandige vissers, onder de voorwaarden bepaald in artikel 2, onder b), van Richtlijn 2010/41/EU van het Europees Parlement en de Raad (1).
3.
De in lid 1, onder a), bedoelde steun kan gedurende ten hoogste twee jaar worden verleend voor de opleiding van personen die nog geen 30 jaar oud zijn en die door de lidstaat als werkloze zijn erkend. Dergelijke steun is beperkt tot de opleiding aan boord van een vaartuig dat actief is in de kleinschalige kustvisserij en dat eigendom is van een beroepsvisser die minstens 50 jaar oud is, welke opleiding geformaliseerd is door een door de betrokken lidstaat erkend contract tussen de leerling en de eigenaar van het vaartuig, en met inbegrip van cursussen betreffende duurzame visserijpraktijken en de instandhouding van biologische rijkdommen van de zee als omschreven in Verordening (EU) nr. 1380/2013. De leerling wordt aan boord vergezeld door een beroepsvisser die minstens 50 jaar oud is.
4.
De in lid 3 bedoelde steun wordt aan beroepsvissers verleend ter dekking van het salaris van de leerling en de bijbehorende kosten, en wordt berekend overeenkomstig artikel 67, lid 5, van Verordening (EU) nr. 1303/2013, rekening houdend met de economische situatie en de levensstandaard van de betrokken lidstaat. Die steun bedraagt niet meer dan 40 000 EUR voor elke begunstigde in de programmeringsperiode.
Voetnoten
Richtlijn 2010/41/EU van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2010 betreffende de toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van zelfstandig werkzame mannen en vrouwen en tot intrekking van Richtlijn 86/613/EEG van de Raad (PB L 180 van 15.7.2010, blz. 1).