RAR 2010/104
Staking. Kwalificeert de aangekondigde staking in het openbaar stadsvervoer tegen de verhoging van de AOW-leeftijd onder het begrip belangengeschil en daarmee onder het bereik van art. 6 ESH?
Hof Amsterdam 04-05-2010, ECLI:NL:GHAMS:2010:BM3468
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
4 mei 2010
- Magistraten
Mrs. M.A. Goslings, M.M.M. Tillema, J.H. Huijzer
- Zaaknummer
200.047.699/01
200.047.755/01
- LJN
BM3468
- JCDI
JCDI:ADS874542:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsomstandigheden / Bijzondere onderwerpen
Arbeidsrecht / Collectief arbeidsrecht
Sociale zekerheid algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHAMS:2010:BM3468, Uitspraak, Hof Amsterdam, 04‑05‑2010
- Wetingang
ESH art. 6 lid 4
Essentie
Staking.
Kwalificeert de aangekondigde staking in het openbaar stadsvervoer tegen de verhoging van de AOW-leeftijd onder het begrip belangengeschil en daarmee onder het bereik van art. 6 ESH?
Samenvatting
Begin oktober 2009 kondigden diverse vakbonden stakingen aan in het openbaar stadsvervoer als protest tegen de kabinetsplannen tot verhoging van de AOW-leeftijd van 65 naar 67 jaar. De Amsterdamse voorzieningenrechter achtte de voorgenomen staking onrechtmatig. Kort samengevat oordeelde de voorzieningenrechter dat er (nog) geen sprake was van een belangengeschil en de aangekondigde staking dus niet onder de reikwijdte van art. 6 lid 4 ESH viel. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.