JWB 2005/36
Internationaal privaatrecht, koopovereenkomst, rechtskeuze, exoneratie-beding, motivering
HR 28-01-2005, ECLI:NL:PHR:2005:AR4837
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
28 januari 2005
- Zaaknummer
C03/290HR
- LJN
AR4837
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Bijzondere onderwerpen
Juridische beroepen / Rechter
Internationaal privaatrecht / Bijzondere onderwerpen
Verbintenissenrecht / Europees verbintenissenrecht
Internationaal privaatrecht / Conflictenrecht
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2005:AR4837, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 28‑01‑2005
ECLI:NL:PHR:2005:AR4837, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑01‑2005
- Wetingang
Art. 7 Weens Koopverdrag; art. 8 lid 2 EVO; art. 81 RO
Essentie
Internationaal privaatrecht, koopovereenkomst, rechtskeuze, exoneratie-beding, motivering
Samenvatting
Casus
De verweerster in cassatie is een in Nederland gevestigde plantenkweker. De eiseres tot cassatie is een in België gevestigde exploitant van een tuinbouwbedrijf. Partijen hebben een koopovereenkomst gesloten, waarop het Weens Koopverdrag van toepassing is. Op de overeenkomst heeft de verweerster in cassatie de Algemene voorwaarden van de Nederlandse vereniging van plantenkwekers van toepassing verklaard. De koopovereenkomst is door de verweerster in cassatie conform de bestelling en orderbevestiging uitgevoerd. Nadat de eiseres tot cassatie besmetting aan de door de verweerster in cassatie geleverde planten heeft geconstateerd, heeft zij de verweerster in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.