NJB 2016/2310:Legaliteitsbeginsel art. 1 Sr en vervallen van het vereiste dat voor ontneming in de zin van art. 36e lid 3 Sr een SFO dient plaats te hebben gevonden: het vervallen van dit vereiste houdt een uitbreiding in van de toepasselijke regels van sanctierecht. Aldus vereist art. 1 lid 1 Sr dat art. 36e lid 3 Sr in de nieuwe vorm in casu buiten toepassing blijft.Analogische toepassing van art. 80a RO: de terechte cassatieklacht hierover leidt toch niet tot cassatie wegens gebrek aan voldoende belang. Zonder nadere toelichting, welke in de schriftuur niet is gegeven, valt niet in te zien welk rechtens te respecteren belang de betrokkene is geschaad, nu vóór 1 juli 2011 op grond van art. 36e lid 2(oud) Sr ook met betrekking tot ‘soortgelijke’ feiten ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel mogelijk was zonder dat daaraan voorafgaand een strafrechtelijk financieel onderzoek was ingesteld