Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten [Vertaling]
Artikel 33
Geldend
Geldend vanaf 23-03-1976
- Redactionele toelichting
Vervanging van de vertaling in Trb. 1969, 99.
- Bronpublicatie:
16-12-1966, Trb. 1978, 177 (uitgifte: 16-12-1978, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
23-03-1976
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-12-1978, Trb. 1978, 177 (uitgifte: 16-12-1978, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
1.
Indien, naar het eenstemmige oordeel van de andere leden, een lid van het Comité door enige oorzaak, waaronder niet is te verstaan tijdelijke afwezigheid, heeft opgehouden zijn functie uit te oefenen, geeft de voorzitter van het Comité daarvan kennis aan de Secretaris-Generaal der Verenigde Naties, die vervolgens mededeling doet van het openvallen van de zetel van dat lid.
2.
Indien een lid van het Comité overlijdt of ontslag neemt, geeft de voorzitter daarvan onverwijld kennis aan de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties, die mededeling doet van het openvallen van de zetel met ingang van de datum van het overlijden of de datum waarop het genomen ontslag ingaat.