NJ 1962/84
Gebruik van alcoholhoudende drank vóór ongeval mag in aanmerking worden gebracht voor de strafmaat, ook buiten het geval van art. 26 W.V.W.
HR 09-05-1961, ECLI:NL:HR:1961:66, m.nt. Prof. Mr. B.V.A. Röling
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 mei 1961
- Magistraten
Mrs. Feber, Westerouen van Meeteren, Kazemier, Hülsmann, Loeff [Rapp.]
- Zaaknummer
[09051961/NJ_1962-84]
- Conclusie
Mr. Van Oosten
- Noot
Prof. Mr. B.V.A. Röling
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS139123:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1961:66, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑05‑1961
- Wetingang
Essentie
Gebruik van alcoholhoudende drank vóór ongeval mag in aanmerking worden gebracht voor de strafmaat, ook buiten het geval van art. 26 W.V.W.
Samenvatting
De rechter heeft het slot van het bewezenverklaarde, ook al beantwoordt dit aan de bewoordingen van het tweede verbod van art. 25 W.V.W., zeer wel als van feitelijken aard kunnen opvatten.
Ook buiten het geval van het misdrijf van art. 26 W.V.W., mag de rechter het gebruik van alcoholhoudenden drank kort vóór het tijdstip van een ongeval voor de strafmaat in aanmerking brengen, indien naar zijn oordeel het gebruik van dién drank op enigerlei ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.