NJ 1938/323
Finantieele regeling tusschen echtgenooten vóór de scheiding van tafel en bed ten gunste van de vrouw, terwijl deze, onder sterke pressie, de vordering tot sch. van t. en b. heeft ingesteld. Verhaal op de nalatenschap van den man. Natuurlijke verbintenis? Schenking? Regelen van moraal en fatsoen. Ongeoorloofde oorzaak? Gronden der uitspraak. Beheersplicht van den bewindvoerder.
HR 18-02-1938, ECLI:NL:HR:1938:97, m.nt. Prof.mr. Paul Scholten
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 februari 1938
- Magistraten
Mrs. Jhr. Feith, van Gelein Vitringa, Kirberger, Nypels, Meckmann
- Zaaknummer
[181938/NJ_1938_323]
- Conclusie
Mr. Besier
- Noot
Prof.mr. Paul Scholten
- JCDI
JCDI:ADS130374:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1938:97, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑02‑1938
- Wetingang
(BW art. 1066, 1371, 1395, 1715; Rv art. 59.)
Essentie
Finantieele regeling tusschen echtgenooten vóór de scheiding van tafel en bed ten gunste van de vrouw, terwijl deze, onder sterke pressie, de vordering tot sch. van t. en b. heeft ingesteld. Verhaal op de nalatenschap van den man. Natuurlijke verbintenis? Schenking? Regelen van moraal en fatsoen. Ongeoorloofde oorzaak? Gronden der uitspraak. Beheersplicht van den bewindvoerder.
Samenvatting
De grief, dat de tusschen de echtgenooten vóór de scheiding van tafel en bed gesloten overeenkomst de strekking had het den man mogelijk te maken buiten echt met eene andere vrouw samen te leven, mist feitelijken grondslag. De bewering, dat de overeenkomst ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.