NJ 1962/83
In bewezenverklaring uitgesloten mogelijkheid van „voorwaardelijk opzet" wel genoemd in nadere motivering van het bestaan van het opzet van req. Beslissing omtrent bewezenverklaring niet naar de eis der wet met redenen omkleed.
HR 09-05-1961, ECLI:NL:HR:1961:39, m.nt. Prof. Mr. B.V.A. Röling
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 mei 1961
- Magistraten
Mrs. Feber, Westerouen van Meeteren [Rapp.], Kazemier, Hülsmann, Loeff
- Zaaknummer
[09051961/NJ_1962-83]
- Conclusie
Mr. Van Oosten
- Noot
Prof. Mr. B.V.A. Röling
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS139122:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1961:39, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑05‑1961
- Wetingang
Essentie
In bewezenverklaring uitgesloten mogelijkheid van „voorwaardelijk opzet" wel genoemd in nadere motivering van het bestaan van het opzet van req. Beslissing omtrent bewezenverklaring niet naar de eis der wet met redenen omkleed.
Samenvatting
De bewezenverklaring omschrijft het opzet van req. aldus, dat req. heeft „geweten"' dan wel heeft „begrepen" dat M. door de handelingen van req. zou komen te overlijden en laat mitsdien niet de mogelijkheid open van een anderen den dader te verwijten vorm van opzet. De gronden evenwel, waarop het Hof het bestaan van het opzet van req. nader heeft gemotiveerd, laten, blijkens de door het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.