NJ 1936/752
Aanrijding. De verzekeraar van den werkgever vordert van den eigenaar-bestuurder van het motorrijtuig de kosten van verpleging, enz. van zijne verwonde dienstbode.
HR 02-04-1936, ECLI:NL:HR:1936:167, m.nt. Prof. E.M. Meijers
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
2 april 1936
- Magistraten
Mrs. Jhr. Feith, van Gelein Vitringa, de Menthon Bake, Nypels, Servatius
- Zaaknummer
[02041936/NJ_1936-752]
- Conclusie
Mr. Wijnveldt
- Noot
Prof. E.M. Meijers
- JCDI
JCDI:ADS129754:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1936:167, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑04‑1936
- Wetingang
(BW art. 1407; Motor- en Rijwielwet art. 25.)
Essentie
Aanrijding. De verzekeraar van den werkgever vordert van den eigenaar-bestuurder van het motorrijtuig de kosten van verpleging, enz. van zijne verwonde dienstbode.
Samenvatting
Ter zake van het door de aanrijding aan de dienstbode toegebrachte lichamelijke letsel komt eenige vordering tot schadevergoeding — onverschillig of deze gebouwd wordt op art. 25 M. en R wet dan wel op onrechtmatige daad — alleen toe aan de dienstbode zelve of aan hen, die in hare rechten te dier zake mochten zijn getreden, dus niet aan den verzekeraar, die in de rechten van den werkgever van de dienstbode is getreden.