Hof Arnhem-Leeuwarden, 11-06-2020, nr. TBS P20/0065
ECLI:NL:GHARL:2020:4485
- Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
- Datum
11-06-2020
- Zaaknummer
TBS P20/0065
- Vakgebied(en)
Penitentiair recht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHARL:2020:4485, Uitspraak, Hof Arnhem-Leeuwarden, 11‑06‑2020; (Hoger beroep, Beschikking)
Uitspraak 11‑06‑2020
Inhoudsindicatie
Aan de terbeschikkinggestelde is de maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden opgelegd bij vonnis van de rechtbank Den Haag, waarbij de dadelijke uitvoerbaarheid van die maatregel is bevolen. Tegen dit vonnis is hoger beroep ingesteld. Dit hoger beroep is nog in behandeling bij het gerechtshof Den Haag. In het kader van de terbeschikkingstelling met voorwaarden heeft de terbeschikkinggestelde verbleven in een FPA, waar zijn behandeling is gestagneerd en ook sprake is geweest van incidenten. Het openbaar ministerie heeft gevorderd dat de terbeschikkinggestelde alsnog van overheidswege wordt verpleegd. De penitentiaire kamer van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden ziet een mogelijkheid om in afwachting van het eindoordeel van het gerechtshof Den Haag de terbeschikkingstelling met voorwaarden met een verhoging van het beveiligingsniveau te laten voortduren door de terbeschikkingstelling te plaatsen in een FPK.
TBS P20/0065
Beslissing d.d. 11 juni 2020
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van het openbaar ministerie in de zaak tegen
[naam terbeschikkinggestelde] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1993,
thans verblijvende in [detentie] .
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Den Haag van 28 januari 2020, houdende afwijzing van de vordering dat de terbeschikkinggestelde alsnog van overheidswege zal worden verpleegd.
Het hof heeft gelet op de stukken, waaronder:
- -
het proces-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg;
- -
de beslissing waarvan beroep;
- -
de akte van beroep van de officier van justitie van 7 februari 2020;
- -
de appelschriftuur van de officier van justitie van 7 februari 2020;
- -
het proces-verbaal van het onderzoek ter terechtzitting van het gerechtshof Den Haag op 11 maart 2020 betreffende het hoger beroep tegen het vonnis in de strafzaak waarbij de terbeschikkingstelling met voorwaarden is opgelegd;
- -
de aanvullende informatie van Reclassering Nederland van 25 mei 2020.
Ter zitting van 28 mei 2020 heeft het hof gehoord de terbeschikkinggestelde, zijn raadsman mr. S. van der Eijk, advocaat te ’s‑Gravenhage, de advocaat generaal mr. W.C.J. Stienen, alsmede de deskundigen D. Gerrits en S. Wichers, die beiden als reclasseringswerker zijn verbonden aan Reclassering Nederland, Advies & Toezichtunit 4 Oost te Zutphen.
Overwegingen:
Het advies van de reclassering
De behandeling van de terbeschikkinggestelde bij de Forensisch Psychiatrische Afdeling (FPA) [naam] is gestagneerd. De verwachting is dat hij zal volharden in zijn ontkenning en dat een behandeling elders ook weinig tot geen kans van slagen heeft. Er is een optie om de terbeschikkinggestelde te plaatsen bij de Forensisch Psychiatrische Kliniek (FPK) in [plaats] en daar te starten met een nieuw klinisch behandeltraject. De omzetting van de terbeschikkingstelling met voorwaarden in een terbeschikkingstelling met een bevel tot verpleging van overheidswege is de andere optie. De reclassering vindt dat de terbeschikkinggestelde een tweede - en tevens laatste - kans verdient om zijn behandeling binnen het huidige kader voort te zetten. Het daartoe strekkende reclasseringsadvies heeft de deskundige Wichers ter zitting in eerste aanleg gehandhaafd. Deze deskundige heeft verklaard dat de niet toegestane gedragingen van de terbeschikkinggestelde tijdens zijn verblijf bij FPA [naam] , dat een beperkt beveiligingsniveau heeft, kunnen worden voorkomen door hem te plaatsen bij de FPK in [plaats] , met een hoger beveiligingsniveau. Ter zitting in hoger beroep hebben de deskundigen Wichers en Gerrits gepersisteerd bij het reclasseringsadvies om de terbeschikkinggestelde een tweede kans te geven. Uit de aanvullende informatie van de reclassering en de verklaring van deskundige Gerrits komt naar voren dat er op dit moment geen plaats is bij de FPK in [plaats] . Indien de behandeling van de terbeschikkinggestelde wordt voortgezet in het voorwaardelijke kader, zal het plaatsingsloket van de Divisie Individuele Zaken (DIZ) proberen hem alsnog te plaatsen bij de FPK in [plaats] . Mocht daar geen plek voor hem beschikbaar komen, dan zal DIZ een tijdelijke plaatsing realiseren in afwachting van de opname van de terbeschikkinggestelde in [plaats] .
Het standpunt van de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman
De terbeschikkinggestelde heeft de bij het vonnis van de rechtbank gestelde voorwaarde met betrekking tot de medewerking aan de klinische behandeling niet geschonden. Hij heeft - binnen zijn mogelijkheden en indachtig zijn ontkennende houding ten opzichte van het indexdelict - naar behoren meegewerkt aan de behandeling bij FPA [naam] . Hij heeft op eigen initiatief een EMDR-therapie gevolgd in het kader van het seksuele misbruik waarvan hij het slachtoffer is geworden. Elke vraag die aan de terbeschikkinggestelde is gesteld in het kader van zijn behandeling, heeft hij beantwoord. Hij heeft wel degelijk gesproken over seksualiteit en delictgedrag. Ten aanzien van zijn oudere antecedenten erkent de terbeschikkinggestelde dat hij zich daaraan schuldig heeft gemaakt. Hij heeft ook wel toegegeven dat hij zich ten opzichte van de aangeefster van het indexdelict niet op een gepaste wijze heeft gedragen. Van hem kan niet worden gevergd dat hij, in het kader van zijn behandeling, een bekennende verklaring aflegt. Hij is nog steeds verdachte in de strafzaak. Van hem vergen dat hij bekent, omdat een ontkennende verklaring gelijkstaat aan niet meewerken aan de behandeling, is evident in strijd met de verklaringsvrijheid. Er zijn nog genoeg behandelmogelijkheden voor de terbeschikkinggestelde, binnen de FPK [plaats] maar ook elders, die niet zijn benut. Hij realiseert zich dat een terbeschikkingstelling met een bevel tot verpleging van overheidswege het gevolg zou zijn wanneer hij niet aan een behandeling in [plaats] , dan wel elders, zal meewerken. De beveiliging van de maatschappij brengt ook niet met zich dat een terbeschikkingstelling met een bevel tot verpleging van overheidswege de enige reële optie is. De raadsman heeft primair gepleit voor bevestiging van de beslissing van de rechtbank. Subsidiair heeft de raadsman - in aansluiting op het voorafgaand aan de zitting namens het openbaar ministerie gedane aanhoudingsverzoek - verzocht om deze zaak aan te houden in afwachting van de verhoren van drie deskundigen door het hof Den Haag over het verloop van de behandeling van de terbeschikkinggestelde bij FPA [naam] welke verhoren - volgens de voorlopige planning - op 15 juli 2020 zullen plaatsvinden. De terbeschikkinggestelde heeft zich bereid verklaard tot naleving van een voorwaarde die zou inhouden dat hij dient te worden opgenomen in een FPK.
Het standpunt van het openbaar ministerie
Ter zitting heeft de advocaat-generaal het aanhoudingsverzoek niet gehandhaafd. Het is onduidelijk of alle deskundigen op 15 juli 2020 ter terechtzitting van het hof Den Haag zullen worden gehoord en of het hoger beroep in de strafzaak dan wel kan worden afgehandeld. De terbeschikkinggestelde heeft het recht om het tenlastegelegde in de strafzaak te ontkennen, maar zijn ontkennende proceshouding heeft wel consequenties voor de keuzes die het openbaar ministerie moet maken. Bij oplegging van de terbeschikkingstelling met voorwaarden heeft de rechtbank de dadelijke uitvoerbaarheid van de maatregel bevolen. Na aanvang van de maatregel moeten stappen worden gezet. Als die stappen niet gezet kunnen worden, moet het openbaar ministerie wel vorderen dat de terbeschikkinggestelde alsnog van overheidswege wordt verpleegd. Anders zou het hof Den Haag bij de beslissing op het hoger beroep in de strafzaak kunnen overwegen dat het openbaar ministerie kennelijk heeft ingestemd met de voortzetting van de terbeschikkingstelling met voorwaarden. Hiermee stemt het openbaar ministerie niet in. De reclassering vindt weliswaar dat de terbeschikkinggestelde een tweede kans verdient, maar men heeft daar niet veel fiducie in. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd dat de terbeschikkingstelling alsnog van overheidswege dient te worden verpleegd.
Het oordeel van het hof
Aan de terbeschikkinggestelde is bij vonnis van de rechtbank Den Haag van 25 juni 2018 een terbeschikkingstelling met voorwaarden opgelegd. Tegen dit vonnis is appel ingesteld. Dit hoger beroep is nog in behandeling bij het gerechtshof Den Haag. Het staat dus nog niet onherroepelijk vast dat de verdachte wordt veroordeeld, dat hem de maatregel van terbeschikkingstelling wordt opgelegd en of aan deze maatregel voorwaarden worden verbonden of dat de verpleging van overheidswege wordt bevolen.
De rechtbank heeft bevolen dat de terbeschikkingstelling met voorwaarden dadelijk uitvoerbaar is. In dat kader is de terbeschikkinggestelde geplaatst bij FPA [naam] . De behandeling is daar echter gestagneerd. Tijdens zijn verblijf in deze kliniek is ook sprake geweest van incidenten.
Het hof ziet termen voor voortzetting van de terbeschikkingstelling met voorwaarden maar evenzeer termen voor omzetting naar een terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege. Het hof acht het op dit moment niet gewenst en ook niet nodig om vooruit te lopen op het eindoordeel van het gerechtshof Den Haag, want het ziet een mogelijkheid om in afwachting van dat oordeel met verhoging van het beveiligingsniveau de terbeschikkingstelling met voorwaarden te laten voortduren. Dat kan door de terbeschikkinggestelde te plaatsen in een Forensische Psychiatrische Kliniek, zoals de FPK [plaats] of een soortgelijke kliniek. Daarbij neemt het hof in aanmerking dat er geen aanwijzingen zijn voor de aanwezigheid van een acuut delictgevaar dat nu al tot een omzetting in een terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege zou nopen.
Anders dan de rechtbank is het hof van oordeel dat de voorwaarde met betrekking tot de klinische opname en -behandeling van de terbeschikkinggestelde wel dient te worden gewijzigd, met dien verstande dat deze voorwaarde komt te luiden zoals hieronder is vermeld.
Het hof zal daarom met verbetering van gronden de beslissing van de rechtbank bevestigen en de vordering van het openbaar ministerie afwijzen.
Beslissing
Het hof:
Wijst af de vordering van het openbaar ministerie tot omzetting van de terbeschikkingstelling met voorwaarden in een terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege;
Bevestigt met verbetering van gronden zoals hiervoor is overwogen de beslissing van de rechtbank Den Haag van 28 januari 2020 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde [naam terbeschikkinggestelde].
Wijzigt de onder 11 in het dictum van het vonnis van de rechtbank Den Haag van 25 juni 2018 (parketnummer 09-827594-12) gestelde voorwaarde, met dien verstande dat deze voorwaarde als volgt komt te luiden:
11. hij meewerkt aan een klinische opname en behandeling in een Forensisch Psychiatrische Kliniek of een soortgelijke instelling en dat hij in afwachting daarvan onverwijld meewerkt aan een tijdelijke plaatsing in een instelling met een aan een FPK gelijk beveiligingsniveau, zulks - in overleg met NIFP-IFZ - ter beoordeling van de reclassering, en dat hij zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van de behandeling door of namens de instelling worden gegeven, ook als die inhouden de inname van de hem door de behandelaren voorgeschreven medicatie, op de voorgeschreven wijze, en de controle hierop.
Aldus gedaan door
mr. J.A.W. Lensing als voorzitter,
mr. M.E. van Wees en mr. E.A.K.G. Ruys als raadsheren,
en dr. W.J. Canton en drs. I.M. van Woudenberg als raden,
in tegenwoordigheid van mr. R. Hermans als griffier,
en op 11 juni 2020 in het openbaar uitgesproken.
Mr. J.A.W. Lensing, mr. E.A.K.G. Ruys, mr. R. Hermans en de raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.