NJ 1913, p. 636
HR, 20-03-1913
HR 20-03-1913, ECLI:NL:HR:1913:191
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
20 maart 1913
- Magistraten
Voorzitter: Jhr. Mr. S. Laman Trip. Raadsheeren: Mrs. E. W. Guljé, S. Gratama, B. C. J. Loder en A. P. L. Nelissen.
- Zaaknummer
[20031913./NJ_1913,_p._636]
- Conclusie
Mr. T. J. Noyon
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS118421:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1913:191, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑03‑1913
- Wetingang
Samenvatting
Voor de toewijzing der vordering tot afgifte der aan eischer toebehoorende aandeden, waarop onder een derde beslag was gelegd, was noodig het bestaan van een voor dadelijke uitvoering vatbaar vonnis, waarbij de opheffing van dat beslag was uitgesproken. Nu echter op den dag, waarop de vordering tot afgifte werd gedaan, reeds hooger beroep tegen bedoeld, vonnis was ingesteld, was de werking van het vonnis, ook tegenover derden, in gevolge art. 350 Bv. opgeschort, zoodat de afgifte dier aandeden van den derde-beslagene niet meer kon worden gevorderd; voor de al of niet ontvankelijkheid der vordering was het onverschillig, of het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.