NTM/NJCM-bull. 2003, p. 625
BESCHERMING VAN KINDEREN TEGEN HUISELIJK GEWELD ALS POSITIEVE VERPLICHTING VAN DE STAAT
EHRM 26-11-2002, 33218/96, m.nt. Mariëlle R. Bruning
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
26 november 2002
- Magistraten
Costa, Bratza, Loucaides, Birsan, Jungwiert, Butkevych, Thomassen
- Zaaknummer
33218/96
- Noot
Mariëlle R. Bruning
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS917660:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Essentie
BESCHERMING VAN KINDEREN TEGEN HUISELIJK GEWELD ALS POSITIEVE VERPLICHTING VAN DE STAAT
Samenvatting
Lidstaten hebben een positieve verplichting om kinderen binnen hun gezinsleven te beschermen tegen onmenselijke of vernederende behandeling op grond van artikel 3 EVRM. Bij de toetsing omtrent een mogelijke schending van artikel 3 EVRM staat de vraag centraal of de staat op de hoogte was van de onmenselijke ofvernederende behandeling van de kinderen binnen de huiselijke sfeer en ofdit redelijkerwijs had kunnen worden voorkomen. Toereikend gezinsonderzoek, voldoende communicatie en efficiënte samenwerking tussen de betrokken instanties met betrekking tot een gezin maken onderdeel uit van de positieve ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.