NJ 2018/194
Prejudiciële beslissing op voet art. 392 Rv. Faillissementsrecht. Parate executie pandhouder; de over levering verschuldigde omzetbelasting levert geen boedelschuld op ook niet bij bedrijfsvoortzetting in zin art. 98 of 173a Fw. Belastingplan 2018.
HR 15-12-2017, ECLI:NL:HR:2017:3149, m.nt. F.M.J. Verstijlen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 december 2017
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, C.E. du Perron, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
17/03203
- Conclusie
A-G mr. T. Hartlief
- Noot
F.M.J. Verstijlen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS154385:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Belastingplichtige en -schuldige
Insolventierecht / Faillissement
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:3149, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑12‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:1257, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 10‑11‑2017
- Wetingang
Essentie
Prejudiciële beslissing op voet art. 392 Rv. Faillissementsrecht. Parate executie pandhouder; de over levering verschuldigde omzetbelasting levert geen boedelschuld op ook niet bij bedrijfsvoortzetting in zin art. 98 of 173a Fw. Belastingplan 2018.
Bij gebreke van een daartoe strekkende bepaling levert in de gevallen waarin krachtens art. 3:251 BW een van art. 3:250 BW afwijkende wijze van verkoop heeft plaatsgevonden, dus ook indien dat berust op een overeenkomst met de curator — of op een voor de faillietverklaring met de pandhouder aangegane overeenkomst — en de verkoop aan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.