RvdW 2021/437
Art. 81 lid 1 RO. Procesrecht. Subjectieve cumulatie. Groep passagiers eist bij gezamenlijke dagvaarding compensatie voor vertraagde vlucht op grond van EU-verordening 261/2004. Het schadebedrag per passagier ligt beneden de appelgrens van art. 332 Rv. Is de luchtvaartmaatschappij ontvankelijk in het hoger beroep tegen het toewijzende vonnis van de kantonrechter?
HR 09-04-2021, ECLI:NL:HR:2021:530
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 april 2021
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, M.J. Kroeze, H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock, A.E.B. ter Heide
- Zaaknummer
20/00085
- Conclusie
A-G mr. B.J. Drijber
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
Vervoersrecht / Europees vervoersrecht
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:530, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑04‑2021
ECLI:NL:PHR:2020:1085, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑11‑2020
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Procesrecht. Subjectieve cumulatie. Groep passagiers eist bij gezamenlijke dagvaarding compensatie voor vertraagde vlucht op grond van EU-verordening 261/2004. Het schadebedrag per passagier ligt beneden de appelgrens van art. 332 Rv. Is de luchtvaartmaatschappij ontvankelijk in het hoger beroep tegen het toewijzende vonnis van de kantonrechter?
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 20/00085
Datum 9 april 2021
ARREST
In de zaak van
QATAR AIRWAYS (Q.C.S.C.), gevestigd te Doha, Qatar,
EISERES tot cassatie,
hierna: Qatar Airways,
advocaat: M.E. Bruning,
tegen
1. [passagier 1], voor ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.