Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2001/34/EG betreffende de toelating van effecten tot de officiële notering aan een effectenbeurs en de informatie die over deze effecten moet worden gepubliceerd
Artikel 58
Geldend
Geldend van 26-07-2001 tot 05-12-2026
- Bronpublicatie:
28-05-2001, PbEG 2001, L 184 (uitgifte: 06-07-2001, regelingnummer: 2001/34/EG)
- Inwerkingtreding
26-07-2001
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-05-2001, PbEG 2001, L 184 (uitgifte: 06-07-2001, regelingnummer: 2001/34/EG)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
De lening moet ten minste EUR 200 000 bedragen. Deze bepaling is niet van toepassing in geval van doorlopende uitgifte van obligaties wanneer het bedrag van de lening niet is vastgesteld.
2.
De lidstaten kunnen bepalen dat het niet voldoen aan deze voorwaarde geen beletsel vormt voor de toelating tot de officiële notering, wanneer de bevoegde autoriteiten ervan verzekerd zijn dat voor de betreffende obligaties een voldoende markt tot stand zal komen.
3.
De tegenwaarde in nationale valuta van EUR 200 000 is aanvankelijk het equivalent van de tegenwaarde in nationale valuta van 200 000 Europese rekeneenheden welke op 5 maart 1979 gold.
4.
Indien ten gevolge van wijzigingen in de tegenwaarde van de euro in nationale valuta het in nationale valuta uitgedrukte minimumbedrag van de lening gedurende een periode van een jaar ten minste 10 % lager ligt dan de waarde van EUR 200 000, moet de betrokken lidstaat binnen twaalf maanden na het verstrijken van deze periode zijn wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen aan lid 1 aanpassen.