Einde inhoudsopgave
Paspoortuitvoeringsregeling Nederland 2001
Artikel 38
Geldend
Geldend vanaf 05-11-2016
- Bronpublicatie:
28-10-2016, Stcrt. 2016, 59294 (uitgifte: 04-11-2016, regelingnummer: 2016-0000605622)
- Inwerkingtreding
05-11-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-10-2016, Stcrt. 2016, 59294 (uitgifte: 04-11-2016, regelingnummer: 2016-0000605622)
- Vakgebied(en)
Privacy / Bijzondere onderwerpen
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
Staatsrecht / Nationaliteitsrecht
Internationaal publiekrecht / Diplomatiek en consulair recht
1.
De daartoe aangewezen persoon vergelijkt, behoudens in het in artikel 30 bedoelde geval, nauwkeurig de overgelegde foto van de aanvrager dan wel van degene ten behoeve van wie de aanvraag wordt ingediend met de persoon die voor hem staat en brengt deze foto op de bestemde plaats in het foto- en handtekeningformulier aan.
2.
De in het eerste lid bedoelde persoon ziet, behoudens in het in artikel 29 bedoelde geval, er op toe dat in het foto- en handtekeningformulier op de bestemde plaats de duidelijk leesbare handtekening wordt geplaatst van de aanvrager dan wel van de persoon ten behoeve van wie de aanvraag van het reisdocument wordt gedaan.
3.
Het foto- en handtekeningformulier wordt door de in het eerste lid bedoelde persoon met gebruikmaking van het aanvraagstation gedigitaliseerd.
4.
Het opnemen van de vingerafdrukken als bedoeld in artikel 28a, geschiedt met gebruikmaking van het aanvraagstation.
5.
Indien de aanvrager omwille van bijzondere omstandigheden als genoemd in artikel 28, derde lid, van de wet niet in persoon verschijnt op de uitgiftelocatie worden zijn vingerafdrukken opgenomen met behulp van het mobiel vingerafdrukopname-apparaat.
6.
Indien de aanvrager zijn aanvraag niet indient op de uitgiftelocatie, kunnen zijn vingerafdrukken worden opgenomen met behulp van het mobiel vingerafdrukopname-apparaat.