Einde inhoudsopgave
Comptabiliteitswet 2016
Artikel 5.4 Vrijwillig schatkistbankieren
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2018
- Bronpublicatie:
22-03-2017, Stb. 2017, 139 (uitgifte: 07-04-2017, kamerstukken: 34426)
- Inwerkingtreding
01-01-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-05-2017, Stb. 2017, 253 (uitgifte: 19-06-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Overheidsfinanciën / Rijksfinanciën
Staatsrecht / Algemeen
1.
Een rechtspersoon die publieke liquide middelen beheert en een rechtspersoon met een wettelijke taak, bedoeld in artikel 5.2, tweede lid, aanhef en onderdelen c tot en met e, kan op zijn verzoek schatkistbankieren, indien een risicoarm beheer van die middelen naar het oordeel van Onze Minister van Financiën wenselijk is. De rechtspersoon dient hiervoor een verzoek bij Onze Minister van Financiën in.
2.
Het eerste lid is niet van toepassing op de private, liquide middelen van de rechtspersoon, bedoeld in het eerste lid, indien die liquide middelen op een adequate wijze separaat in de jaarrekening van de rechtspersoon worden verantwoord.