NJB 2017/27:Voordeel in de zin van art. 36e Sr: bij bepaling van het wederrechtelijk verkregen voordeel dient, mede gelet op het reparatoire karakter van de ontnemingsmaatregel, uitgegaan te worden van het voordeel dat de betrokkene in de concrete omstandigheden van het geval daadwerkelijk heeft behaald. De enkele toezegging van een geldbedrag kan aldus niet zonder meer worden aangemerkt als voordeel als bedoeld in art. 36e lid 5 Sr