Einde inhoudsopgave
Akte betreffende de voorwaarden voor de toetreding van de Republiek Kroatië en de aanpassing van het Verdrag betreffende de Europese Unie, het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie
Artikel 30
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2013
- Bronpublicatie:
09-12-2011, Trb. 2012, 24 (uitgifte: 03-02-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-12-2011, Trb. 2012, 24 (uitgifte: 03-02-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Verdragen EU
EU-recht / Algemeen
Europees belastingrecht (V)
1.
Voor het eerste jaar na de toetreding verstrekt de Unie tijdelijke financiële bijstand, hierna de ‘overgangsfaciliteit’ genoemd, aan Kroatië voor de ontwikkeling en versterking van zijn administratieve en justitiële capaciteit om de wetgeving van de Unie uit te voeren en te handhaven, en om de uitwisseling van beste praktijken met overeenkomstige instanties in verschillende landen te bevorderen. Uit deze bijstand zullen projecten voor institutionele ontwikkeling en daarmee samenhangende beperkte, kleinschalige investeringen worden gefinancierd.
2.
Deze bijstand is gericht op de permanente noodzaak om de institutionele capaciteit op bepaalde terreinen te versterken door een optreden dat niet door de structuurfondsen of door de fondsen voor plattelandsontwikkeling kan worden gefinancierd.
3.
Voor samenwerkingsverbanden tussen overheidsinstanties met het oog op institutionele ontwikkeling blijft de procedure met betrekking tot het doen van voorstellen via het netwerk van contactpunten in de lidstaten van toepassing.
4.
De vastleggingskredieten voor de overgangsfaciliteit voor Kroatië bedragen, in huidige prijzen, 29 miljoen EUR in 2013 en zijn bestemd voor nationale en horizontale prioriteiten.
5.
Over de bijstand uit hoofde van de overgangsfaciliteit wordt besloten en de uitvoering ervan wordt bepaald overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad, of op basis van de door de Commissie vast te stellen technische bepalingen die noodzakelijk zijn voor de werking van de overgangsfaciliteit.
6.
Er zal in het bijzonder op worden toegezien dat er een passende complementariteit ontstaat met de beoogde bijstand van het Europees Sociaal Fonds voor administratieve hervorming en institutionele capaciteit.