Einde inhoudsopgave
Spoorwegwet
Artikel 4
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2005
- Bronpublicatie:
23-04-2003, Stb. 2003, 264 (uitgifte: 30-06-2003, kamerstukken: 27482)
- Inwerkingtreding
01-01-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2004, Stb. 2004, 741 (uitgifte: 01-01-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Railvervoer
1.
Het is een ieder verboden een veiligheidsfunctie uit te oefenen dan wel op de uitoefening van zodanige functie toezicht te houden terwijl hij verkeert onder zodanige invloed van een stof waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat het gebruik daarvan, al dan niet in combinatie met een andere stof, de vaardigheid tot het uitoefenen van die functie of tot het houden van toezicht op de uitoefening van die functie kan verminderen, dat hij niet tot het behoorlijk uitoefenen van die functie of tot het behoorlijk uitoefenen van toezicht op de uitoefening van die functie in staat moet worden geacht.
2.
Het is een ieder verboden een veiligheidsfunctie uit te oefenen dan wel op de uitoefening van zodanige functie toezicht te houden na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank dat:
- a.
het alcoholgehalte van zijn adem bij een onderzoek hoger blijkt te zijn dan tweehonderdtwintig microgram alcohol per liter uitgeademde lucht, dan wel
- b.
het alcoholgehalte van zijn bloed bij een onderzoek hoger blijkt te zijn dan een halve milligram alcohol per milliliter bloed.
3.
Het is verboden een veiligheidsfunctie te doen uitoefenen dan wel op de uitoefening van zodanige functie toezicht te doen houden door een persoon waarvan men weet of redelijkerwijs moet weten dat deze verkeert in een toestand als in het eerste of tweede lid is omschreven.
4.
Op de eerste vordering van bij of krachtens artikel 86 van deze wet of artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering met de opsporing van strafbare feiten belaste ambtenaren zijn personen die een veiligheidsfunctie uitoefenen dan wel op de uitoefening van zodanige functie toezicht houden, of daartoe aanstalten maken, verplicht hun medewerking te verlenen aan een voorlopig onderzoek van uitgeademde lucht en daartoe volgens door die ambtenaar te geven aanwijzingen ademlucht te blazen in een door die ambtenaar aangewezen apparaat.
5.
Dit artikel is niet van toepassing voorzover artikel 8 van de Wegenverkeerswet 1994 van toepassing is.