NJB 2019/2788:Griffierecht. Verzet. De procespartijen hebben over en weer verklaringen voor recht gevorderd over de vraag aan wie van hen een verkoopopbrengst van € 155.000 toekomt. Moet het griffierecht worden bepaald naar het tarief voor vorderingen met een beloop van meer dan € 100.000 of naar het tarief voor vorderingen van onbepaalde waarde? Hoge Raad: Voor de berekening van het griffierecht moet worden aangeknoopt bij de waarde van de vordering, ook indien niet de betaling van een geldsom is gevorderd. Het griffierecht is terecht bepaald naar het tarief voor vorderingen met een beloop van meer dan € 100.000