Einde inhoudsopgave
Regeling teboekgestelde schepen 1994 (R.t.s. 1994)
Artikel 20a
Geldend
Geldend vanaf 12-06-2006
- Bronpublicatie:
01-05-2006, Stcrt. 2006, 93 (uitgifte: 01-01-2006, regelingnummer: 06015482)
- Inwerkingtreding
12-06-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-05-2006, Stcrt. 2006, 93 (uitgifte: 01-01-2006, regelingnummer: 06015482)
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Algemeen
Goederenrecht / Algemeen
Vermogensrecht / Algemeen
1.
Het branden geschiedt in een vast deel van het schip dat weinig aan beschadiging of slijtage onderhevig is.
2.
De aan te brengen letters en cijfers moeten ongeveer 4 centimeter hoog zijn. Indien het brandmerk in een houten constructiedeel wordt aangebracht moeten de letters en cijfers 6 centimeter hoog en 1 centimeter diep zijn. Betreft het een binnenschip met minder dan 10 kubieke meters verplaatsing, dan moeten de aan te brengen tekens tenminste 1 centimeter en ten hoogste 4 centimeter hoog zijn.
3.
Op de meetbrief wordt melding gemaakt van het aangebrachte brandmerk.
4.
Van de branding wordt een schriftelijk relaas opgemaakt en ondertekend door degene die met het aanbrengen van het brandmerk op het schip is belast. Dit relaas maakt deel uit van de registratie voor schepen en bevat tenminste de volgende gegevens:
- a.
brandmerk, naam, soort en type van het schip;
- b.
datum, tijdstip en plaats van branding;
- c.
meetbriefgegevens en HIN-nummer;
- d.
eventueel aangetroffen oude brandmerken en hoe daarmee is gehandeld;
- e.
plaats op het schip waar het brandmerk is aangebracht.