Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsbesluit Les- en cursusgeldwet 2000
Artikel 15 Omvang cursusgeld
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2023
- Bronpublicatie:
22-06-2023, Stb. 2023, 231 (uitgifte: 28-06-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-08-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-06-2023, Stb. 2023, 231 (uitgifte: 28-06-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie
1.
Het cursusgeld, bedoeld in artikel 6, vierde lid, van de wet, bedraagt voor de volgende categorieën cursussen voor het cursusjaar 2024–2025:
- a.
voor opleidingen beroepsonderwijs voor zover het betreft de assistent-opleiding, de entreeopleiding en de basisberoepsopleiding: € 295;
- b.
voor opleidingen beroepsonderwijs voor zover het betreft de vakopleiding, de middenkaderopleiding en de specialistenopleiding: € 715;
- c.
voor opleidingen voortgezet algemeen volwassenenonderwijs, gericht op het behalen van een diploma als bedoeld in de artikelen 2.4 tot en met 2.6 van de Wet voortgezet onderwijs 2020, of onderdelen van dat diploma: € 0,94 voor elke 45 minuten onderwijs, berekend op basis van het normatieve aantal minuten onderwijs per jaar van de opleiding waarvoor inschrijving heeft plaatsgevonden.
2.
De bedragen, genoemd in het eerste lid, worden jaarlijks bij ministeriële regeling gewijzigd aan de hand van de consumentenprijsindex. De ministeriële regeling wordt vastgesteld voor 1 oktober voorafgaand aan het cursusjaar waarvoor het gewijzigde cursusgeld zal gelden. De wijziging wordt bepaald door de gemiddelde procentuele wijziging die de consumentenprijsindex over de periode mei tot en met april, voorafgaand aan de vaststelling van de ministeriële regeling, heeft ondergaan ten opzichte van dezelfde periode in het daaraan voorafgaande jaar. De aldus verkregen wijziging van de cursusgeldbedragen, met uitzondering van het in het eerste lid, onder c, bedoelde bedrag, wordt afgerond op het naastbij gelegen gehele getal.
3.
Onder de consumentenprijsindex, bedoeld in het tweede lid, wordt verstaan: de consumentenprijsindex ‘reeks alle huishoudens’ zoals vastgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek.