Einde inhoudsopgave
Belastingplan 2021
Artikel XXIII
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2021. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2020
- Bronpublicatie:
16-12-2020, Stb. 2020, 540 (uitgifte: 23-12-2020, kamerstukken: 35572)
- Inwerkingtreding
01-01-2021, terugwerkend tot: 01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-12-2020, Stb. 2020, 540 (uitgifte: 23-12-2020, kamerstukken: 35572)
- Vakgebied(en)
Corona (V)
Fiscale wetsvoorstellen (V)
1.
Artikel 32ab, eerste en tweede lid, van de Wet op de loonbelasting 1964 is van overeenkomstige toepassing op de bonus, bedoeld in de op artikel 3 van de Kaderwet VWS-subsidies gebaseerde regeling voor bonussen aan zorgprofessionals in het kader van de coronacrisis, alsmede een in dezelfde regeling opgenomen tegemoetkoming die op aanvraag wordt toegekend door Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ten behoeve van pgb-zorgverleners die in de sector zorg en welzijn een uitzonderlijke prestatie hebben geleverd in verband met de uitbraak van het COVID-19 virus, voor zover deze worden verstrekt aan anderen dan eigen werknemers, waarvoor geen inhoudingsplicht bestaat bij of krachtens een artikel van de Wet op de loonbelasting 1964, en mits de verstrekker voldoet aan de aan het slot van artikel 32ab, eerste lid, van die wet opgenomen voorwaarden.
2.
Met betrekking tot een eindheffingsbestanddeel als bedoeld in het eerste lid wordt het bedrag van de verschuldigde belasting, bedoeld in artikel 31, tweede lid, van de Wet op de loonbelasting 1964, bepaald naar een tarief van 75%.
3.
Voor de toepassing van de artikelen 3.13, eerste lid, onderdeel h, 3.84, eerste lid, en 3.95, eerste lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 en artikel 8, eerste lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 wordt de bonus, bedoeld in het eerste lid, geacht in aanmerking te zijn genomen op de voet van artikel 32ab van de Wet op de loonbelasting 1964.