Einde inhoudsopgave
Handhaving van privaatrecht door toezichthouders (R&P nr. CA17) 2017/6.4.2
6.4.2 Coherentie
mr. C.A. Hage, datum 01-12-2017
- Datum
01-12-2017
- Auteur
mr. C.A. Hage
- JCDI
JCDI:ADS447005:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Voetnoten
Voetnoten
O.O. Cherednychenko, ‘Public and Private enforcement of European Private Law: Perspectives and Challenges’, ERPL 2015/4, p. 487.
Zie nader F. Wilman, Private Enforcement of EU Law before National Courts; The EU Legislative Framework, Cheltenham (UK): Edward Elgar 2015, par. 11.02 e.v.
Zie bijv. par. 3.8.3.
Zie bijv. par. 5.6.2.6 en 5.6.3.10.
G. Bellantuono, ‘Public and Private Enforcement of European Private Law in the Energy and Telecommunications Sectors’, ERPL 2015/4, p. 651; C. Hodges, ‘Fast Effective and Low Cost Redress: How Do Public and Private Enforcement and ADR Compare’, in: B. Rodger, Competition Law Comparative Private Enforcement and Collective Redress Across the EU, Alphen a/d Rijn: Kluwer int. 2014, p. 255 e.v.
Bellantuono 2015, p. 684; P. Marsden, ‘Public–Private Partnerships for Effective Enforcement: Some ‘Hybrid’ Insights?’, European Competition Journal 2013/9 (p. 509-519), p. 518.
Bellantuono 2015, p. 652.
Bellantuono 2015, p. 658.
Het uitgangspunt bij het zoeken van aansluiting tussen het privaatrecht en het publiekrecht is de coherentie van de handhaving. Coherentie van, en dus het vermijden van tegenstrijdigheden tussen, privaat- en publiekrechtelijke handhaving is noodzakelijk voor de eenheid van het recht.1 Dit vloeit ook voort uit het zogenaamde principle of effectiveness dat kan worden afgeleid uit artikel 4 lid 3 TEU.2
Uit het uitgevoerde onderzoek rijst een diffuus beeld van private en publieke handhaving op. In verschillende sectoren heerst, als gevolg van bijzondere op die specifieke markt toegespitste regelgeving, een eigen regime en kunnen in een individueel geval dezelfde regels door de private rechter anders worden uitgelegd dan door de bestuursrechter. Ook worden privaatrechtelijke beginselen of uitgangspunten in het bestuursrecht niet altijd (volledig) in acht genomen.3 Daarnaast kunnen vergelijkbare begrippen, met dezelfde herkomst maar bijvoorbeeld vertaald naar het bestuursrecht, een andere betekenis hebben in de bestuursrechtelijke context dan in de privaatrechtelijke context.4
In de literatuur worden verschillende oplossingen aangedragen om privaatrecht en publiekrecht beter op elkaar te laten aansluiten. Aan de ene kant wordt de oplossing gezocht in de eigen kracht van het privaatrecht respectievelijk die van het bestuursrecht. Als dat leidt tot knelpunten in de handhaving dan dient de handhaving te worden verbeterd.5 Bij overlap tussen privaatrechtelijke en bestuursrechtelijke handhaving zal er sprake moeten zijn van coördinatie tussen de verschillende handhavingsregimes. Privaatrecht en publiekrecht zijn dan complementair aan elkaar en vullen elkaar aan.6 Er ontstaat dan geen ‘vermenging’ van privaatrecht en bestuursrecht, het handhavingsmiddel wordt slechts ingezet in overeenstemming met de aard en het doel van het middel.
Aan de andere kant wordt gedacht aan zogenaamde hybride vormen van handhaving.7 Privaatrechtelijke en bestuursrechtelijke handhaving worden dan geïntegreerd. Er is in dat geval geen sprake meer van zuiver privaatrechtelijke of bestuursrechtelijke handhaving maar van een combinatie van deze twee. Een voordeel daarvan is dat coördinatiekosten kunnen worden vermeden. Daartoe zouden de bevoegdheden van de toezichthouder uitgebreid kunnen worden met schadevergoedingsmogelijkheden voor benadeelden.8 Benadeelden hoeven dan in voorkomende gevallen niet nog een aparte (dure) procedure bij de civiele rechter te starten.
In de volgende paragrafen worden deze twee vormen, de complementaire en hybride, nader verkend.