Einde inhoudsopgave
Staatsregeling [Sint Maarten]
Artikel 116
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Bronpublicatie:
21-07-2010, Afkondigingsblad van Sint Maarten 2010, GT 1 (uitgifte: 20-12-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-09-2010, Stb. 2010, 387 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met art. I en II van de Rijkswet tot wijziging van het Statuut in verband met de opheffing van de Nederlandse Antillen (07-09-2010, Stb. 333).
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Staatsinrichting
1.
De leden en plaatsvervangend leden van de rechterlijke macht met rechtspraak belast worden bij koninklijk besluit voor het leven benoemd.
2.
De leden en plaatsvervangend leden van de rechterlijke macht met rechtspraak belast worden op eigen verzoek en wegens het bereiken van een bij landsverordening te bepalen leeftijd bij koninklijk besluit ontslagen, tenzij een onderlinge regeling als bedoeld in artikel 113, eerste lid, tot stand is gekomen die hierin voorziet.
3.
In de gevallen bij landsverordening bepaald kunnen zij door een bij landsverordening aangewezen gerecht dat tot de rechterlijke macht behoort worden geschorst of ontslagen, tenzij een onderlinge regeling als bedoeld in artikel 113, eerste lid, tot stand is gekomen die hierin voorziet.
4.
Bij landsverordening wordt hun rechtspositie geregeld, tenzij een onderlinge regeling als bedoeld in artikel 113, eerste lid, tot stand is gekomen die hierin voorziet.