RvdW 2016/737
Witwassen van groot contant geldbedrag in Zwitserse Franken, dat verdachte bij zich had bij aankomst op Schiphol. Bij het ontbreken een concrete, min of meer verifieerbare en niet op voorhand volstrekt onwaarschijnlijke verklaring over de herkomst van het geldbedrag, is ’s hofs oordeel dat ‘het niet anders kan zijn dan dat het bij de verdachte aangetroffen geldbedrag — middellijk of onmiddellijk — van misdrijf afkomstig is en dat de verdachte dit wist’ niet onbegrijpelijk.
HR 14-06-2016, ECLI:NL:HR:2016:1197
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
14 juni 2016
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, V. van den Brink, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
15/00589
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:1197, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 14‑06‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:488, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑04‑2016
Essentie
Witwassen van groot contant geldbedrag in Zwitserse Franken, dat verdachte bij zich had bij aankomst op Schiphol. Bij het ontbreken een concrete, min of meer verifieerbare en niet op voorhand volstrekt onwaarschijnlijke verklaring over de herkomst van het geldbedrag, is ’s hofs oordeel dat ‘het niet anders kan zijn dan dat het bij de verdachte aangetroffen geldbedrag — middellijk of onmiddellijk — van misdrijf afkomstig is en dat de verdachte dit wist’ niet onbegrijpelijk.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 16 december 2014, nummer 23/005551-10, in de strafzaak ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.