NJFS 2019/240
Fatale behandeling met ibogaïne terwijl verdachte bekend is met gevaren levert doodslag op.
Rb. Midden-Nederland 10-04-2019, ECLI:NL:RBMNE:2019:1448
- Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
- Datum
10 april 2019
- Magistraten
Mrs. A.J.P. Schotman, E.H.M. Druijff, D. Riani el Achhab
- Zaaknummer
16/700026-17 (P)
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Internationaal strafrecht / Uitlevering en overlevering
Gezondheidsrecht / Ordening en verzekering
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBMNE:2019:1448, Uitspraak, Rechtbank Midden-Nederland, 10‑04‑2019
- Wetingang
Essentie
Overlevering. Doodslag.
1. Verdachte is overgeleverd uit Duitsland om in Nederland te worden berecht ter zake betrokkenheid bij de dood van X. Aan de tenlastelegging zijn feiten toegevoegd welke niet in het EAB stonden vermeld. Voor zover voor deze feiten geen voorlopige hechtenis is toegepast, mocht verdachte voor deze feiten worden vervolgd en berecht. Wanneer voor deze feiten aan verdachte een vrijheidsbenemende straf zal worden opgelegd, kan deze echter pas ten uitvoer worden gelegd nadat door het OM alsnog aanvullende toestemming van de Duitse autoriteiten wordt verkregen. Voor het feit waarvoor voorlopige hechtenis is toegepast is sprake van een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.