NJ 1957/125
Ontvankelijkheid cassatieberoep. Requeste civiel. Geen onbegrijpelijke of tegenstrijdige motivering.
HR 22-06-1956, ECLI:NL:HR:1956:63, m.nt. Mr. D.J. Veegens
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 juni 1956
- Magistraten
Mrs. Donner, van der Meulen, Hijink, Smits en Dubbink
- Zaaknummer
[22061956/NJ_1957-125]
- Conclusie
Mr. Langemeijer
- Noot
Mr. D.J. Veegens
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS136601:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1956:63, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑06‑1956
- Wetingang
(Rv art. 382-397, 398-429.)
Essentie
Ontvankelijkheid cassatieberoep. Requeste civiel. Geen onbegrijpelijke of tegenstrijdige motivering.
Samenvatting
Daargelaten of te dezen plaats is voor requeste civiel (art. 382 onder 6 Rv.), staat in ieder geval de mogelijkheid open om in cassatie tegen ‘s Hofs uitspraak op te komen met de klacht, dat het in die uitspraak vervatte oordeel als zijnde onbegrijpelijk en tegenstrijdig, niet naar den eis der wet met redenen is omkleed.
Het Hof, enerzijds oordelende, dat de vord. tot ontbinding, gegrond op het niet-nakomen van de verplichting van eiseres tot cassatie tot het opzenden van een partij goederen ter controle, niet toewijsbaar is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.