Einde inhoudsopgave
Staatsregeling van Curaçao
Artikel 30
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Bronpublicatie:
04-09-2010, Afkondigingsblad Curaçao 2010, 86 (uitgifte: 04-09-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-09-2010, Afkondigingsblad Curaçao 2010, 86 (uitgifte: 04-09-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Staatsinrichting
1.
Om minister te kunnen zijn is vereist dat men ingezetene van Curaçao is, de Nederlandse nationaliteit bezit en niet is uitgesloten van het kiesrecht.
2.
Een minister kan niet tegelijkertijd zijn:
- a.
Gouverneur;
- b.
vervanger van de Gouverneur;
- c.
lid van de Raad van Advies;
- d.
lid van de Algemene Rekenkamer;
- e.
ombudsman;
- f.
gevolmachtigde minister;
- g.
lid van de Staten;
- h.
lid van of procureur-generaal of advocaat-generaal bij het Hof van Justitie;
- i.
ambtenaar in actieve dienst.
3.
Onverminderd het bepaalde in het voorgaande lid onder g kan een minister, tot lid van de Staten gekozen, ten hoogste drie maanden na zijn toelating als lid het ambt van minister en het lidmaatschap van de Staten verenigen.
4.
Met ambtenaar, bedoeld in het tweede lid onder i, worden voor de toepassing van dit artikel gelijkgesteld zij, die als werkman zijn aangesteld en zij, die in dienst van het landsbestuur op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht werkzaam zijn.