RVR 2011/12
Omzetbelasting. Wanneer ontstaat door een verbouwing van een onroerende zaak een nieuw vervaardigde zaak?
HR 19-11-2010, ECLI:NL:HR:2010:BM6681
- Instantie
Hoge Raad (Belastingkamer)
- Datum
19 november 2010
- Magistraten
Mrs. D.G. van Vliet, P. Lourens, E.N. Punt, P.M.F. van Loon, M.A. Fierstra
- Zaaknummer
08/01021
- Conclusie
A-G Van Hilten
- LJN
BM6681
- JCDI
JCDI:ADS174293:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Algemeen
Omzetbelasting / Levering van goederen en diensten
Omzetbelasting / Vrijstelling
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BM6681, Uitspraak, Hoge Raad (Belastingkamer), 19‑11‑2010
Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑05‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BM6681, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑05‑2010
- Wetingang
Wet op de omzetbelasting 1968 art. 3 lid 1 onderdeel h (thans art. 3 lid 3 onderdeel b), 11 lid 3 onderdeel b
Essentie
Omzetbelasting. Vervaardiging nieuwe zaak.
Wanneer ontstaat door een verbouwing van een onroerende zaak een nieuw vervaardigde zaak?
Samenvatting
Belanghebbende exploiteert een kinderdagverblijf. Begin 2001 heeft belanghebbende een woonwinkelpand verworven. Tot het moment van levering aan belanghebbende was in het winkelgedeelte een tandtechnisch laboratorium gevestigd. Na wijziging van het bestemmingsplan is aan belanghebbende een bouwvergunning verleend om het pand te verbouwen met het oog op de wijziging van het pand in een kinderopvangverblijf. De verbouwing heeft in 2001 plaatsgevonden. Bij de verbouwing is het uiterlijk van het pand nagenoeg onveranderd gebleven. De voorpui op de begane grond is vernieuwd en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.