Hof 's-Hertogenbosch, 25-04-2017, nr. 20-001401-12
ECLI:NL:GHSHE:2017:1786, Hoger beroep: (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Instantie
Hof 's-Hertogenbosch
- Datum
25-04-2017
- Zaaknummer
20-001401-12
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHSHE:2017:1786, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 25‑04‑2017; (Hoger beroep, Op tegenspraak)
Eerste aanleg: ECLI:NL:RBMAA:2012:BV9705, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
Uitspraak 25‑04‑2017
Inhoudsindicatie
Vrijspraak ter zake van mensenhandel in de zin van artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht en het bezit van kinderporno.
Afdeling strafrecht
Parketnummer : 20-001401-12
Uitspraak : 25 april 2017
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Maastricht van 22 maart 2012 in de strafzaak met parketnummer 03-703477-10 tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1972,
wonende te [adres] .
Hoger beroep
De verdachte en de officier van justitie hebben tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het beroepen vonnis zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende, de verdachte ter zake van het onder 1, 2 en 4 ten laste gelegde zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 32 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren. Ten aanzien van de in beslag genomen voorwerpen is geëist dat het hof zal beslissen overeenkomstig het vonnis van de rechtbank. Voorts is gevorderd dat de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] integraal zal worden toegewezen, met toepassing van de schadevergoedingsmaatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht. Ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3] heeft de advocaat-generaal zich op het standpunt gesteld dat deze niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.
Namens de verdachte is bepleit dat de inleidende dagvaarding nietig zal worden verklaard ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde en voorts dat de verdachte van de gehele tenlastelegging zal worden vrijgesproken.
Ten aanzien van de vorderingen van de benadeelde partijen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] , voor zover in hoger beroep nog aan de orde, is de niet-ontvankelijkverklaring betoogd. Wat betreft de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] is subsidiair bepleit dat deze een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert en om die reden niet-ontvankelijk verklaard dient te worden.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep (feit 3)
Het hoger beroep van de verdachte is onbeperkt ingesteld en daardoor mede gericht tegen de vrijspraak door de rechtbank van de onder 3. primair en 3. subsidiair ten laste gelegde feiten. Gelet op het bepaalde in artikel 404, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering staat voor een verdachte geen hoger beroep open van een vrijspraak. Het hof zal de verdachte daarom niet-ontvankelijk verklaren in zijn hoger beroep voor zover dit hiertegen is gericht.
De officier van justitie heeft hoger beroep ingesteld tegen de partiële vrijspraak van feit 2, de vrijspraak van feit 3 en de strafoplegging door de rechtbank. Ter terechtzitting in hoger beroep d.d. 10 december 2015 heeft de advocaat-generaal medegedeeld dat het openbaar ministerie de grieven tegen de vrijspraak van feit 3 niet handhaaft. Nu het openbaar ministerie geen grieven meer heeft tegen die vrijspraak, zal het hof ook de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaren in het hoger beroep tegen de vrijspraak door de rechtbank van de onder 3. primair en 3. subsidiair ten laste gelegde feiten.
De benadeelde partij [slachtoffer 3] heeft zich ter zake van het onder 3. primair en 3. subsidiair ten laste gelegde in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding van € 1.568,16, te vermeerderen met de wettelijke rente en de kosten van tenuitvoerlegging. Deze vordering is bij het vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van zijn oorspronkelijke vordering. Evenwel, nu de officier van justitie en verdachte niet-ontvankelijk zullen worden verklaard in het hoger beroep tegen het onder 3. primair en 3. subsidiair ten laste gelegde, zijn genoemde feiten niet onderworpen aan het oordeel van het hof. Om die reden is ook de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3] in hoger beroep niet meer aan de orde.
Vonnis waarvan beroep
Het beroepen vonnis zal - voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen - worden vernietigd omdat het niet te verenigen is met de hierna te geven beslissing.
Geldigheid van de dagvaarding
Namens de verdachte is onder verwijzing naar de pleitnota uit de eerste aanleg aangevoerd dat de inleidende dagvaarding ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde feit nietig behoort te worden verklaard. Met de rechtbank is het hof van oordeel dat de dagvaarding wel degelijk voldoet aan de in artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering gestelde eisen. Het hof neemt de motivering van de beslissing van de rechtbank, zoals weergeven op de tweede helft van pagina 2 van het vonnis d.d. 22 maart 2012 van de rechtbank, over en legt die ten grondslag aan zijn beslissing.
Bij dit oordeel betrekt het hof nadrukkelijk de omstandigheid dat de verdachte en de raadsvrouwe ook ter terechtzitting in hoger beroep er geen blijk van hebben gegeven niet te begrijpen wat onder 2 ten laste is gelegd en dat zij weten waartegen de verdachte zich kon verdedigen.
Het hof verwerpt het verweer.
Tenlastelegging
Aan verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg - ten laste gelegd dat:
1.hij in of omstreeks de periode van 1 mei 2006 tot en met 30 september 2006 in de gemeente Heerlen en/of Eindhoven en/of Maastricht, althans op een of meer plaats(en) in Nederland en/of te Smeermaas en/of Lanaken en/of op een of meer plaats(en) in België, meermalen, althans eenmaal, (telkens)
een ander, genaamd [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum] , heeft geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen, met het oogmerk van uitbuiting van die ander, terwijl die ander de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt en/of die [slachtoffer 1] heeft medegenomen naar België met het oogmerk die [slachtoffer 1] in België ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van (een) seksuele handeling(en) met en/of voor een derde tegen betaling
en/of die [slachtoffer 1] door dwang en/of geweld en/of één of meer andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld en/of één of meer andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie, heeft geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen, met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer 1] en/of
die [slachtoffer 1] ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van één of meer seksuele handeling(en), met of voor (een) derde(n) tegen betaling, dan wel ten aanzien van die [slachtoffer 1] enige handeling heeft ondernomen, waarvan hij verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die [slachtoffer 1] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die handeling(en), terwijl die [slachtoffer 1] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt en/of
die [slachtoffer 1] door dwang en/of geweld en/of één of meer andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door bedreiging met geweld en/of bedreiging met één of meer andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door afpersing en/of door misleiding en/of door misbruik uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare situatie heeft gedwongen en/of bewogen hem, verdachte, te bevoordelen uit de opbrengst van diens seksuele handeling(en) met en/of voor (een) derde(n) en/of
opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die [slachtoffer 1] ,
immers heeft hij, verdachte,
- zich op (contact)internetsites voorgedaan als een (16-jarige/minderjarige) jongen genaamd " [naam] " die zijn seksuele diensten aanbood en/of (vervolgens)
- die [slachtoffer 1] naar plaatsen en/of personen gebracht alwaar en/of waarmee die [slachtoffer 1] betaalde seks zou hebben en/of
- die [slachtoffer 1] als prostituee laten werken en/of
- die [slachtoffer 1] condooms gegeven en/of
- die [slachtoffer 1] gedwongen, althans bewogen om al zijn verdiensten uit de prostitutie, althans een groot deel daarvan aan hem verdachte af te staan en/of af te dragen en/of
- die [slachtoffer 1] duidelijk gemaakt dat hij wist waar die [slachtoffer 1] woonde en (daarmee) ook waar de ouders van die [slachtoffer 1] woonden en dat hij, verdachte, die [slachtoffer 1] bij diens ouders zou komen ophalen en/of (daardoor/daarbij) de seksuele geaardheid van die [slachtoffer 1] zou openbaren en/of
- die [slachtoffer 1] er toe aangezet dat deze zijn lichaam moest scheren zodat die [slachtoffer 1] er jonger uit zou zien en/of
- die [slachtoffer 1] in een door hem, verdachte, gecontroleerde situatie gehouden,
in elk geval één of meer (andere) handeling(en) verricht, strekkende tot het brengen en/of houden van die [slachtoffer 1] in een dwang- en/of uitbuitingssituatie, in elk geval in een van verdachte afhankelijke positie;
2.hij in of omstreeks de periode van 1 september 2007 tot en met 30 april 2008 in de gemeente(n) Heerlen en/of (de omgeving van) Brunssum en/of een of meer plaats(en) in Nederland en/of in België en/of in Duitsland meermalen, althans eenmaal (telkens)
een ander, genaamd [slachtoffer 2] (verder: [slachtoffer 2] ), door dwang en/of geweld en/of één of meer andere feitelijke(i)d(en) en/of door dreiging met geweld en/of dreiging met één of meer andere feitelijke(i)d(en) en/of door misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie, heeft geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen, met het oogmerk van seksuele uitbuiting van die [slachtoffer 2]
en/of
die [slachtoffer 2] door dwang en/of geweld en/of één of meer andere feitelijke(i)d(en) en/of door dreiging met geweld en/of dreiging met één of meer andere feitelijke(i)d(en) en/of door misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie, heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten en/of onder voornoemde omstandigheden enige handeling heeft ondernomen waardoor verdachte wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden dat die [slachtoffer 2] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten
en/of
opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die [slachtoffer 2]
immers heeft hij, verdachte,
zijnde
- directeur/eigenaar van het restaurant waar [slachtoffer 2] toen stage liep en
- vijftien jaar ouder dan voornoemde [slachtoffer 2]
deze [slachtoffer 2]
- terwijl hij ( [slachtoffer 2] ) een opleiding volgde in de horeca en hiermee een werkzaam leven in de horeca voorbereidde en/of
- terwijl hij ( [slachtoffer 2] ) bang was zijn stageplaats te verliezen en/of zijn opleidingsjaar niet te halen en/of
- terwijl hij ( [slachtoffer 2] ) vond dat het moeilijk was om een (andere) stageplaats te vinden gedurende werktijd en/of buiten werktijd fysiek en/of mentaal in een afhankelijkheidspositie gebracht en/of gehouden
- bijvoorbeeld op bed liggend op zijn buik, terwijl verdachte op hem zat en/of in de auto rijdend en/of staande op een parkeerplaats,
waarbij hij, verdachte, deze [slachtoffer 2]
- anaal heeft gepenetreerd en/of
- eenmaal of meermalen deze [slachtoffer 2] ertoe heeft gebracht hem, verdachte, te pijpen/oraal te bevredigen en/of
- eenmaal of meermalen deze [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot het dulden van (een) of meer ontuchtige handeling(en), bestaande uit
- het dulden dat verdachte zijn, [slachtoffer 2] 's, penis door middel van aftrekken bevredigde en/of
- het dulden dat verdachte zijn, [slachtoffer 2] 's, penis pijpte en/of
- het dulden dat verdachte zijn, [slachtoffer 2] 's, penis streelde en/of
- die [slachtoffer 2] alcohol heeft gegeven om die [slachtoffer 2] geiler te maken en/of
- sms berichten inhoudende "Je zaad moet eruit" en/of "Moet ik je daarbij helpen", althans woorden van soortgelijke aard en/of strekking heeft gestuurd aan die [slachtoffer 2] en/of
(immers heeft hij verdachte) deze [slachtoffer 2] laten weten dat hij als hij hem, verdachte, niet zou vergezellen naar Italië om daar veel geld te gaan verdienen iemand anders zou zoeken die tijd zou hebben en/of
(immers heeft hij verdachte)
bij deze [slachtoffer 2] de vrees doen ontstaan dat als [slachtoffer 2] hem, verdachte, liet weten dat hij niet door hem aangeraakt wenste te worden en geen seks met hem wenste te hebben, verdachte hem zou ontslaan, althans hem zijn stageplaats zou afnemen;
4.hij op of omstreeks 1 november 2010 in de gemeente Heerlen, in elk geval in Nederland, een afbeelding, te weten een gegevensdrager, te weten een computer/laptop, merk/type Acer Extensa 7630G bevattende (een) afbeelding(en)
heeft verspreid, aangeboden, vervaardigd, ingevoerd, uitgevoerd, verworven en/of in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
terwijl op die afbeeldinge(n) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit:
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt, waarbij deze persoon gekleed en/of opgemaakt is en/of in een omgeving en/of met voorwerpen en/of in (erotisch getinte) houdingen poseert die niet bij de leeftijd past en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van de kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de uitsnede van de afbeelding/film en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel in beeld gebracht wordt, namelijk:
- op de afbeelding is een jongen te zien. Hij is vrijwel naakt en draagt slechts korte witte sokken. Zijn beide voeten zijn niet helemaal in beeld. Hij zit op een witte handdoek met blauwe strepen op een witte tegelvloer, waarbij hij zijn benen heeft gestrekt en gespreid. Zijn armen heeft hij links en rechts schuin achter zijn lichaam en met zijn handen leunt hij vermoedelijk op de vloer. Zijn lichaam leunt iets naar achteren. De jongen heeft een erecte penis. De focus van de camera is op vloerhoogte en op de penis gericht.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak
De verdachte zal worden vrijgesproken van het onder 1, 2, en 4 ten laste gelegde. Het hof overweegt daartoe als volgt.
Feit 1
Verdachte ontkent het onder 1 ten laste gelegde te hebben gepleegd. Hij zegt dat aangever [slachtoffer 1] liegt. De verdediging heeft bepleit dat verdachte bij gebrek aan voldoende wettig en/of overtuigend bewijs dient te worden vrijgesproken van het onder 1 ten laste gelegde. De raadsvrouwe heeft daarbij gewezen op bijzondere discrepanties in de verklaringen van aangever [slachtoffer 1] .
De advocaat-generaal acht bewezen dat verdachte aangever [slachtoffer 1] in de periode van 1 juli tot en met 15 september 2006 meermalen heeft vervoerd en/of overgebracht met het oogmerk van uitbuiting. Zij heeft in dat verband in haar requisitoir onder meer gewezen op de tekstfragmenten die op een computer van verdachte zijn aangetroffen in het bestand “Nokia 9300i 20-7-2006.nfb”.
Het hof overweegt dat aangever [slachtoffer 1] tijdens het afleggen van zijn getuigenverklaring ter terechtzitting in hoger beroep op het hof een betrouwbare indruk heeft gemaakt. Evenwel schiet het bewijs in het dossier naar het oordeel van het hof te kort om bewezen te verklaren dat verdachte degene is geweest die [slachtoffer 1] ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met derden tegen betaling en dat hij [slachtoffer 1] heeft uitgebuit. Bij dit oordeel betrekt het hof de omstandigheid dat [slachtoffer 1] bij de politie heeft verklaard dat hij zich niet herinnert dat hij de tekstfragmenten die op de computer van verdachte zijn aangetroffen in het bestand “Nokia 9300i 20-7-2006.nfb” heeft verzonden. Met betrekking tot een aantal van die berichten geeft hij gedetailleerd aan waarom die berichten zeker geen verband met hem houden. Uit de bestanden op de computer blijkt voorts niet op welke data de diverse berichten zijn verzonden of ontvangen. Het mobiele nummer dat in de onder verdachte in beslag genomen telefoon is aangetroffen onder de naam “ [slachtoffer 1] ” betreft een ander nummer dan het mobiele nummer dat voorkomt in de tekstfragmenten. [slachtoffer 1] heeft ter terechtzitting in hoger beroep verklaard dat zijn vader van het werk een mobiele telefoon van merk Nokia had, maar dat hij de telefoon van zijn vader niet meenam en ook niet gebruikte voor het contact met vrienden en dergelijke.
Het bovenstaande komt er op neer dat op basis van de stukken in het dossier niet kan worden vastgesteld dat de op de computer aangetroffen tekstfragmenten zijn verzonden tussen verdachte en aangever [slachtoffer 1] , noch dat deze betrekking hebben op de in de tenlastelegging genoemde periode.
Het hof overweegt voorts dat enkele klanten van [slachtoffer 1] weliswaar in hun verklaring tegenover de politie hebben erkend dat zij met [slachtoffer 1] seks tegen betaling hebben gehad, maar dat geen van hen heeft verklaard over de betrokkenheid van verdachte daarbij. Zo hebben deze getuigen niet verklaard dat verdachte degene is geweest die [slachtoffer 1] aan hen heeft aangeboden of [slachtoffer 1] heeft vervoerd.
Gelet op het bovenstaande zal het hof de verdachte bij gebrek aan voldoende wettig bewijs vrijspreken van het onder 1 ten laste gelegde.
Feit 2
Verdachte ontkent het onder 2 ten laste gelegde te hebben gepleegd. De verdediging heeft bepleit dat verdachte ook van dit feit bij gebrek aan voldoende wettig en/of overtuigend bewijs dient te worden vrijgesproken. De advocaat-generaal acht bewezen dat verdachte door misbruik van een uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht aangever [slachtoffer 2] heeft vervoerd met het oogmerk van seksuele uitbuiting en daaruit seksueel voordeel heeft getrokken.
Het hof overweegt als volgt.
Uit de verklaringen van aangever [slachtoffer 2] maakt het hof op dat verdachte zich jegens hem op seksueel gebied grensoverschrijdend heeft gedragen. Evenwel kan het aan verdachte verweten handelen - voor zover het dossier daartoe al voldoende wettig bewijs bevat - naar het oordeel van het hof niet worden aangemerkt als mensenhandel in de zin van artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht. Het hof acht niet bewezen dat verdachte [slachtoffer 2] heeft geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen met het oogmerk van seksuele uitbuiting dan wel hem heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten. Mogelijk zou het verdachte verweten handelen wel kunnen worden aangemerkt als een zedenmisdrijf in de zin van titel XIV van het tweede boek van het Wetboek van Strafrecht, maar de tenlastelegging is daar niet op toegesneden.
De verdachte zal ook van het onder 2 ten laste gelegde worden vrijgesproken.
Feit 4
Namens de verdachte is ter terechtzitting in hoger beroep bepleit dat niet buiten twijfel is vast te stellen of de verdachte de in de tenlastelegging bedoelde afbeelding in het bezit heeft gehad, omdat ook anderen gebruik maakten van de laptop waarop de afbeelding is aangetroffen. De advocaat-generaal heeft de verklaring van de verdachte ter zake als ongeloofwaardig aangeduid, zich op het standpunt stellende dat de verdachte pas in een laat stadium in die zin heeft verklaard.
Het hof overweegt als volgt.
Voor het hof is gelet op hetgeen ter terechtzitting in hoger beroep aan de orde is gekomen, voldoende aannemelijk geworden dat de in beslag genomen laptop Acer Extensa 7630G regelmatig in restaurant [naam] aanwezig was en dat die laptop daar niet alleen door verdachte, maar ook door het personeel van het restaurant werd gebruikt. De verdachte stelt zich voorts op het standpunt dat ook zijn partner gebruik maakte van de laptop. Gelet op die omstandigheden heeft het hof niet met zekerheid kunnen vaststellen dat uitgerekend verdachte degene is die verantwoordelijk is voor de aanwezigheid van de foto in de bestanden op de laptop. Nu het hof niet buiten gerede twijfel kan vaststellen dat de verdachte wist dan wel moest weten dat er op de laptop een (mogelijk) kinderpornografische afbeelding aanwezig was, acht het hof niet bewezen dat verdachte (voorwaardelijk) opzet heeft gehad op het beschikken over deze foto. De verdachte zal worden vrijgesproken van het onder 4 ten laste gelegde.
Gelet op het bovenstaande behoeft het verweer omtrent de vraag of de persoon op de afbeelding kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt geen nadere bespreking.
Beslag
Gelet op het bovenstaande oordeel zal van hetgeen in beslag genomen en nog niet is teruggegeven, de teruggave aan de verdachte worden gelast.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
De benadeelde partij [slachtoffer 1] heeft in eerste aanleg een vordering ingesteld, strekkende tot schadevergoeding tot een bedrag van € 10.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente, de proceskosten en de kosten van tenuitvoerlegging. Deze vordering is bij vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 5.000,- te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 juli 2006, de proceskosten en de kosten van tenuitvoerlegging. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd ter zake van het niet toegewezen gedeelte van de vordering.
Nu aan verdachte ter zake van het ten laste gelegde handelen waardoor de gestelde schade veroorzaakt zou zijn, geen straf of maatregel wordt opgelegd en evenmin toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht, kan de benadeelde partij [slachtoffer 1] in zijn vordering niet worden ontvangen.
BESLISSING
Het hof:
Verklaart zowel de officier van justitie als de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing ter zake van de onder 3. primair en
3. subsidiair ten laste gelegde feiten.
Vernietigt het vonnis voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen en doet in zoverre opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 4 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Gelast de teruggave aan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
65. een harddisk Toshiba Europe, beslagnummer 1854980, 500 Gb;
70. een Nokia, kleur zilver, beslagnummer 1855010;
73. een computer Lenovo Ideapad S12, beslagnummer 1855079;
75. een computer Packard Bell, beslagnummer 1855085;
76. een computer Dell Inspiratio, kleur zilver, beslagnummer 1855094;
83. diverse overeenkomsten en dergelijke, beslagnummer 1855269.
Verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 1] in de vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij [slachtoffer 1] gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Heft op het geschorste, tegen verdachte verleende bevel tot voorlopige hechtenis.
Aldus gewezen door
mr. P.M. Frielink, voorzitter,
mr. W.E.C.A. Valkenburg en mr. F. van Es, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. H.M. Vos, griffier,
en op 25 april 2017 ter openbare terechtzitting uitgesproken.