Prg. 2014/55
Prejudiciële vraag aan de Hoge Raad. Er bestaat geen duidelijkheid over de vraag of ‘buitengerechtelijke incassokosten’ onder het begrip ‘kosten’ van art. 6:44 BW vallen.
Hof 's-Hertogenbosch 10-12-2013, ECLI:NL:GHSHE:2013:5953
- Instantie
Hof 's-Hertogenbosch
- Datum
10 december 2013
- Magistraten
Mrs. J.Th. Begheyn, S.M.A.M. Venhuizen, R.R.M. de Moor
- Zaaknummer
HD 200.128.904/01
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHSHE:2013:5953, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 10‑12‑2013
- Wetingang
Art. 6:44, 6:95, 6:96 lid 2 onder c, art. 6:96 lid 5, art. 6:98 BW; art. 242, 392 Rv; art. 1 Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten
Essentie
Verbintenissenrecht. Vallen buitengerechtelijke incassokosten onder het begrip ‘kosten’ van art. 6:44 BW?
Onduidelijk. Volgt prejudiciële vraag aan Hoge Raad.
Samenvatting
Bouwstoffen BV komt op tegen het oordeel van de kantonrechter dat de gevorderde buitengerechtelijke kosten geen kosten zijn ex art. 6:44 BW, dat de vraag of buitengerechtelijke kosten zijn verschuldigd zijn getoetst aan het Rapport Voor-werk II en dat de gevorderde incassokosten zijn gematigd tot het bedrag van het Besluit-BIK.
Het hof overweegt dat het Rapport Voor-werk II zijn gelding heeft behouden voor al hetgeen niet door de Wet normering vergoeding voor kosten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.