Einde inhoudsopgave
Besluit 2003/170/JBZ betreffende het gezamenlijk gebruik van verbindingsofficieren die gedetacheerd zijn door de rechtshandhavende autoriteiten van de lidstaten
Artikel 4 Netwerk van verbindingsofficieren in derde landen
Geldend
Geldend vanaf 25-08-2006
- Redactionele toelichting
Deze wijziging is van toepassing op Gibraltar.
- Bronpublicatie:
24-07-2006, PbEU 2006, L 219 (uitgifte: 01-01-2006, regelingnummer: 2006/560/JBZ)
- Inwerkingtreding
25-08-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-07-2006, PbEU 2006, L 219 (uitgifte: 01-01-2006, regelingnummer: 2006/560/JBZ)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
1.
De lidstaten zien erop toe dat de verbindingsofficieren van de lidstaten die in dezelfde derde landen of bij dezelfde internationale organisaties zijn gedetacheerd, regelmatig of wanneer de situatie zulks vereist, bijeenkomen om relevante informatie uit te wisselen. De lidstaat die het voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie bekleedt, ziet erop toe dat zijn verbindingsofficier het initiatief neemt voor het beleggen van dergelijke vergaderingen. Indien de lidstaat die het voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie bekleedt, in het betreffende derde land of de betreffende internationale organisatie niet vertegenwoordigd is, neemt de vertegenwoordiger van het volgende of het daaropvolgende voorzitterschap het initiatief voor de vergadering. De Commissie en Europol worden, wanneer zulks dienstig is, op dergelijke vergaderingen uitgenodigd. Deze vergaderingen kunnen ook, na overleg met de lidstaat die het voorzitterschap bekleedt, worden belegd op initiatief van een andere lidstaat, met name van de lidstaten die zijn belast met de coördinatie van de EU-samenwerking in een bepaald land of een bepaalde regio.
2.
De lidstaten zien erop toe dat hun verbindingsofficieren die in dezelfde derde landen of bij dezelfde internationale organisaties zijn gedetacheerd, elkaar bijstand verlenen bij het leggen en onderhouden van contacten met de autoriteiten van het gastland. Wanneer dat zinvol is, kunnen de lidstaten overeenkomen dat hun verbindingsofficieren de taken onderling verdelen.
3.
De lidstaten kunnen op bilateraal of multilateraal niveau overeenkomen dat de door een lidstaat in een derde land of bij een internationale organisatie gedetacheerde verbindingsofficieren ook de belangen van een of meer andere lidstaten behartigen.